Privacyverklaring

Corona: het perfecte excuus?

1 mei 2020
Tekst
Tom Vantyghem

“Veel van de partijen die het principe van de solidariteit inriepen, blijken er financieel heel goed voor te staan”, zegt FD-columnist Tom Vantyghem.

De coronacrisis slaat hard toe, met gevolgen voor de bedrijfswereld. Uiteraard is het kredietmanagement daar nauw bij betrokken. Er zijn nu veel betalingsproblemen en de klantenrisico’s stijgen sterk. Ik lees in een aanbeveling van een Frans bedrijvensyndicaat dat we er in deze zware tijden goed aan doen om wat clementie te tonen tegenover onze klanten als ze uitstel van betaling vragen. Dat is solidariteit vanuit bedrijven met een goede financiële reserve tegenover bedrijven die een zwakke liquiditeit hebben of harder getroffen zijn door de crisis. Heel nobel, deze gedachte, die zeker bij te treden is.

In de praktijk blijkt het er heel anders en niet zo nobel aan toe te gaan. Sterker, er is heel wat bedenkelijks aan de hand. De vraag tot uitstel van betaling werd in de eerste weken van de crisis zeer vaak gesteld. Zodra het magische woord lockdown zijn intrede deed, werd het beste excuus van de laatste jaren geboren: de coronacrisis. Navraag in het netwerk van kredietmanagers leert dat geen enkel bedrijf meteen klaarstond om de vraag tot uitstel in te willigen. (Eén uitzondering was een toeleverancier aan de horeca, wat te begrijpen is.) Dit is een normale reflex. Elk heeft zijn uitdagingen om het eigen bedrijf gezond te houden en houdt rekening met de verantwoordelijkheden tegenover werknemers, banken en de eigen leveranciers.

Bij nader inzien bleken veel partijen die er snel bij waren om betalingsuitstel te vragen en het principe van de solidariteit inriepen, er zelf financieel heel goed voor te staan. Dat houdt in dat ze nog veel bronnen aan werkkapitaal kunnen aanspreken en de gevraagde ondersteuning helemaal niet nodig hebben. Ongetwijfeld voeren ze een vooruitziend beleid, maar er is toch een opportunistisch kantje aan, want zo maken die bedrijven de crisis alleen maar erger. Waarschijnlijk hebben veel van de te laat betaalde leveranciers niet zo’n goede reserves. Falingen zijn dan niet ver weg. En loert ook de bekende ‘kennelijke onbillijkheid’ (lees : machtsmisbruik) niet om de hoek? Van nobele principes blijft niet zo veel over. Een stellige afwijzing was dan ook aan de orde.

Het zag ernaar uit dat de zwakkere bedrijven meer afwachtend waren en de vraag om ondersteuning niet zo snel durfden te stellen. Deze bedrijven hebben weinig reserves en zijn zwak gefinancierd. Ze weten misschien al snel dat ze niet kunnen betalen, maar wachten af wat naderhand de reactie van de leverancier zal zijn en hopen dat die nog wat uitblijft. Op termijn loert het gevreesde klantenverlies om de hoek. Het is zeer moeilijk in te schatten hoe deze situatie verder evolueert. Hoe lang zal de crisis duren? Zullen de banken bijspringen? En de overheid?

Het is tijd om nu de vruchten te plukken van een voordien goed gevoerd risicomanagement. De hogere risico’s kan je alvast in kaart brengen. Maar wat doe je daarmee? Er zijn niet veel leveringen, dus ook niet veel drukkingsmiddelen. Gerechtelijke procedures opstarten? Geldt nu de wet van de luidste roeper? Misschien komt op zo’n momenten ‘weloverwogen mededogen’ van pas. Leef en laat leven. Als de onbetaalde leverancier tenminste niet zelf in de problemen dreigt te komen.

Gelukkig is er nog de categorie van bedrijven die hun facturen gewoon op tijd verder betalen, omdat ze dat kunnen. Ze eisen misschien wel van hun klanten dat die op tijd betalen, maar door zelf de eigen leveranciers te betalen, veroorzaken ze geen verdere schade aan de economie. Dat is ook solidariteit.

Velen van ons hebben de crisis in 2009 meegemaakt. Parallellen worden nu al getrokken, maar dit is voor de kredietprofessionals een nieuwe ervaring. Afwachten hoe dit verder zal verlopen ...

Meer in het topic: