Privacyverklaring

“Mistoestanden aanklagen zonder vrees voor represailles”

1 juli 2021
Tekst
Philip Verhaeghe

Belgische Richtlijn rond klokkenluiders in aantocht?

Gemediatiseerde schandalen als Dieselgate, Panama Papers en LuxLeaks hebben aangetoond dat klokkenluiders een belangrijke rol spelen in het blootleggen van wantoestanden. Vaak deden klokkenluiders dit ten nadele van hun eigen professionele carrière.

België moet tegen 17 december 2021 de Europese richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het EU-recht melden, omgezet hebben in nationaal recht. Deze richtlijn (EU 2019/1937), die overigens al sinds 26 november 2019 in voege is, verplicht de lidstaten om in de privé- en overheidssector kanalen en procedures in te voeren voor een veilige en anonieme interne melding van allerlei inbreuken en de snelle opvolging ervan.

Principe

De richtlijn wil werknemers die weet hebben van misbruiken of fraude de kans bieden deze aan te klagen zonder dat ze represailles moeten vrezen. Een klokkenluider die een mistoestand meldt, mag niet (langer) het slachtoffer worden van een wraakactie zoals ontslag, degradatie, negatieve prestatiebeoordelingen en intimidatie. Represailles zijn verboden en strafbaar. Een klokkenluider die een benadeling ervaart, krijgt het voordeel van de twijfel. Wie een maatregel neemt die voor de klokkenluider nadelig is, zal dit goed moeten motiveren.

Fraude is een kanker

Uit een onderzoek van BDO bij 250 Belgische bedrijven, blijkt dat 37 procent van de gevallen van bedrijfsfraude een inside job is van een interne medewerker of leidinggevende. Bedrijven verliezen jaarlijks minstens vijf procent van hun omzet aan frauduleuze praktijken. Verschillende personen kunnen op de hoogte zijn van een fraudegeval, maar omdat ze vrezen om de verkeerde persoon in te lichten of bang zijn voor represailles, laten ze dat passeren. Vaak weten ze niet wat ze precies kunnen doen. Omdat het merendeel van de Belgische bedrijven geen beleid of duidelijke procedures heeft voor de melding van fraudegevallen, blijven inbreuken soms maanden onder de radar. Slechts de helft van de fraudegevallen komt aan het licht via een klokkenluider, leert een onderzoek van ACFE, de Association of Certified Fraud Examiners.

Inhoud verordening

Een trouwe omzetting van de richtlijn zou onze ondernemingen en overheden alleszins meer mechanismes aanreiken voor een betere interne controle. Het laat hen toe eventuele problemen in een vroeger stadium te ontdekken. Hoewel de richtlijn vooral de krijtlijnen trekt voor een goede bescherming van de klokkenluider, is het ook een instrument om de bedrijfsvoering zelf continu te verbeteren ten voordele van iedereen, zonder het gerechtelijk apparaat te belasten.

Het toepassingsgebied is ruim. Het behelst mogelijke inbreuken op het vlak van productveiligheid en productconformiteit, veiligheid van het vervoer, milieubescherming, nucleaire veiligheid, voedselveiligheid, volksgezondheid, consumentenbescherming, toepassing van de GDPR- en privacyregels, netwerkbeveiliging, fiscaliteit, interne markt ...

Elke soort medewerker – ambtenaar, werknemer, freelancer, vrijwilliger, aandeelhouder, directielid enzovoort – die te goeder trouw handelt en eerst een beroep doet op het interne kanaal, geniet de klokkenluidersbescherming. Dan is hij of zij beschermd tegen alle represailles, inclusief bedreigingen en pogingen tot vergelding. De klokkenluider moet ook een beroep kunnen doen op juridische bijstand, voorlopige beschermingsmaatregelen genieten en heeft recht op een volledige dekking van de geleden schade. Tot slot wordt de klokkenluider vrijgesteld van gerechtelijke procedures die tegen hem worden ingesteld.

Elke organisatie, van onderneming tot overheidsstructuur, moet tegen 16 december 2021 een intern meldpunt instellen. Kmo’s met minder dan vijftig werknemers krijgen uitstel tot 17 december 2023. Het meldpunt kan een e-mailadres zijn. Het is ook mogelijk om het meldpunt uit te besteden aan een gespecialiseerde externe partij.

Kansen

Bedrijven hoeven de richtlijn niet als een zoveelste verplichting te beschouwen. Ze geldt als een opportuniteit om alle medewerkers te mobiliseren rond de zorg voor het gemeenschappelijke goed. Het is geen kwestie van een klikcultuur te installeren. De focus hoeft niet te liggen op de persoon die de klok luidt, maar wel op het ongepaste gedrag, dat zo discreet en sneller aan het licht komt. Het is belangrijk dat medewerkers de kans krijgen om onethische, onwettige of ronduit schadelijke praktijken aan de kaak te stellen. Klokkenluiders mogen overigens niet zomaar naar de pers toestappen. Het mag pas nadat ze vaststelden dat een interne en externe melding geen gepast gevolg heeft gekregen, ‘of als er vermoedens zijn dat de inbreuk een imminent gevaar inhoudt voor de openbare orde’.

De cfo zou een van de drijvende krachten kunnen zijn: met een duidelijke en eenvoudige procedure rond het meldingskanaal het signaal geven dat interne fraude niet toelaatbaar is, dat het in ieders belang is dat de zaken correct verlopen en dat de klokkenluidersregeling een legitieme uitbreiding is van de interne auditinspanningen.

Hoelang nog?

De nationale wetgeving moet dus eerst de concrete modaliteiten invullen voor alle organisaties. Het VBO blijft ervan uitgaan dat de Belgische politici er tijdig mee voor de dag komen, zonder al te veel extra toeters en bellen. Het VBO verkiest een zo flexibel mogelijke regeling, die een discrete, efficiënte en evenwichtige afhandeling mogelijk maakt.

Het contrast met Nederland is intussen groot. Daar bestaat bijvoorbeeld al enkele jaren Het Huis voor Klokkenluiders, dat zich nuttig maakt met advies aan werknemers, onderzoek en sensibilisatie van bedrijven. Vorig jaar werd de bestaande klokkenluiderswet al volledig aan de richtlijn aangepast. De organisatie lag ook aan de basis van een Europees netwerk voor samenwerking en kennisuitwisseling: het Network of European Integrity and Whistleblowing Authorities (NEIWA).

Navraag bij de diensten van de Kamer leert dat er in ons land nog niets fundamenteel gebeurd is. Het dossier bevindt zich ergens op politiek of interministerieel niveau. Voor het federale luik zijn de overheidsdiensten Beleid en Ondersteuning en Economie bevoegd en voor het niet-federale luik is elke gemeenschap of gewest belast met de omzetting in functie van de eigen bevoegdheden.

Dit artikel kwam tot stand met de hulp van François-Guillaume Eggermont van het competentiecentrum recht en onderneming van het VBO, en Wim Verbelen, senior manager forensic & litigation bij accountantsorganisatie BDO.

Meer in het topic: