Privacyverklaring

Scholingsgraad belangrijkste factor in productiviteit én hoogte van het loon

6 oktober 2022
Tekst
Peter Ooms
Beeld
NBB

Internationale instellingen bevelen België vaak aan om rekening te houden met de productiviteit bij de loonvorming. Maar is dat wel nodig, vraagt de NBB zich af.

De Oeso was in een uitgebreide studie over de productiviteit van België (2019) vrij streng voor onze beleidsmakers. De organisatie raadde onder meer aan om bedrijven en werknemers toe te laten om de lonen meer te bepalen in functie van de productiviteit.

Nu is er een nieuwe studie door Barbara Coppens en Yves Saks van de Nationale Bank van België. Die toont aan dat de loonvorming in België inderdaad vrij strikt is, maar dat de loononderhandelingen in België het voor ondernemingen en sectoren toch mogelijk maken om tot loonkosten te komen die eigenlijk vrij goed zijn afgestemd op de productiviteit.

Strikt proces van loonvorming

De loonvorming op het federale en interprofessionele niveau in België is enerzijds gestuurd door het systeem van automatische loonindexering en de gewijzigde wet van 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. Deze wet moet ervoor zorgen dat het verloop van de uurloonkosten in ons land afgestemd blijft op het gemiddelde verwachte verloop in de drie belangrijkste buurlanden. Dat laat de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven ook toe om, bij de aanvang van elke nieuwe onderhandelingsperiode, de maximaal beschikbare marge voor de stijging van de reële lonen voor ons land te berekenen.

Hoewel het interprofessionele niveau een centraal element is voor de loonvorming, blijven de onderhandelingen binnen de sectorale paritaire comités van essentieel belang. In het bijzonder de sectorale minimumlonen worden op dit niveau vastgelegd. Zij vormen een belangrijke springplank voor de loondifferentiatie tussen sectoren. Maar blijft er dan nog voldoende ruimte voor loondifferentiatie in functie van productiviteit?

Methodologie

In het zopas gepubliceerde artikel koppelen de onderzoekers de kenmerken van de werknemers aan de meting van de productiviteit op het niveau van de onderneming. Naast de kwaliteit van de arbeidskrachten hangt de productiviteit van een onderneming ook van andere factoren af, zoals de ondernemingsgrootte, de kapitaalintensiteit, de bedrijfstak, de economische cyclus, enzovoort. Daarom moet het model ook met die andere variabelen rekening houden.

Met de gekoppelde gegevens is het mogelijk de effecten van de verschillende kenmerken van de werknemers op de loonmassa van de onderneming en op de productiviteit ervan aan te tonen. Op die manier slagen de onderzoekers erin om te beoordelen of het niveau van de loonkosten passend is.

Resultaten

Uit de analyse blijkt dat de determinanten van de arbeidsproductiviteit een gelijkaardige impact hebben op de loonmassa, wat wijst op een zekere afstemming tussen loonkosten en productiviteit. In de grafiek is dat te zien aan de groene en gele balkjes die per thema in dezelfde richting bewegen.

Grafiek Effecten van de kenmerken op de loonkosten en de productivitei
Los van de kenmerken van de medewerkers, blijft de kapitaalintensiteit een belangrijke factor (de meest linkse balkjes in de grafiek), zowel voor de loonmassa als voor de productiviteit van de onderneming. Ondernemingen met een hogere kapitaalintensiteit betalen hun personeel beter, maar zijn ook winstgevender.

Het grootste verschil tussen effect op de loonsom en effect op de productiviteit wordt echter vastgesteld voor de hoogstgeschoolde werknemers. Deze werknemers hebben een hoger loon dan werknemers met een lager scholingsniveau, maar ze dragen ook aanzienlijk bij tot de productiviteit van de onderneming, waardoor de balans tussen beide effecten positief is. Omgekeerd hebben kortgeschoolde werknemers een lager loon, maar hun bijdrage aan de productiviteit van de onderneming is nog beperkter.

Anciënniteit in het bedrijf

“Delen we het personeel op in anciënniteitsklassen, dan zien we dat werknemers die pas in de onderneming beginnen werken zijn gemiddeld een minder grote bijdrage aan de productiviteit leveren dan de werknemers met meer ervaring. Dat blijft zo voor de werknemers met de meeste anciënniteit. De verhouding loonkost/productiviteit zou vanuit het oogpunt van de werkgever echter aanzienlijk gunstiger zijn voor werknemers met een anciënniteit tussen vijf en tien jaar. We herinneren eraan dat het model zowel controleert op de leeftijd van de werknemer als de anciënniteit bij de werkgever (deze variabelen zijn sterk aan elkaar gelinkt omdat gemiddeld beschouwd de oudste werknemers ook die met de meeste anciënniteit zijn)”, schrijven de onderzoekers in hun studie.

“Ondernemingen hebben volgens het Belgisch sociaal recht altijd de mogelijkheid om een collectieve arbeidsovereenkomst te onderhandelen binnen de onderneming. Volgens onze analyse is er een positief verband tussen dit type overeenkomst en de productiviteit van de onderneming en komt die overeenkomst ook tot uiting in de lonen van de werknemers. Gemiddeld beschouwd, zorgt dit type regeling niet voor een significant verschil tussen de productiviteit en de loonkosten van de onderneming.”