Privacyverklaring

“Strak businessplan botst met onzekerheid”

2 november 2022
Tekst
Peter Ooms

Energieproducenten willen risico terugdringen

Producenten van duurzame energie op basis van wind of zon doen er alles aan om onzekerheid uit hun businessplan te weren. Maar de recente gebeurtenissen in de sector strooien roet in het eten.

De producenten van duurzame energie zijn het gewend om het businessplan van een nieuw project zorgvuldig door te rekenen. De grote investeringen gaan gewoonlijk gepaard met financieringen op een termijn van vijftien tot twintig jaar. De banken eisen dan ook voorspelbare toekomstige cashflows om zeker te zijn dat de partijen hun leningen kunnen terugbetalen. Het terugdringen van het risico is een belangrijke uitdaging voor de financieel verantwoordelijken.

Stabiele cashflow

“Daarom gaan wij als stroomproducent op zoek naar grote afnemers die ook contracten willen op de lange termijn om hun eigen kosten te controleren”, zegt Peggy Rentmeesters, cfo van Patronale Solar. “Daarnaast krijg je voor investeringen soms nog subsidies van de overheid. Dat is het geval voor zonne-energie in Nederland bijvoorbeeld. Dat helpt natuurlijk om een deel van de onzekerheid weg te nemen. Op die manier verzekeren we ons van een stabiele inkomstenstroom. Het komt neer op een goede projectfinanciering en daarbij is een stabiele cashflow belangrijk.”

Ondanks die strakke planning hebben de energieproducenten af te rekenen met grote onzekerheden, zowel aan de inkomstenzijde als inzake kosten. Zo zijn zowel wind- als zonne-energie afhankelijk van natuurlijke fenomenen die wisselen in de tijd. Experten stellen bijvoorbeeld vast dat de windparken de laatste twee jaar minder produceren. Het is moeilijk te zeggen of dit zich op de lange termijn zal bestendigen, maar een deel is verklaarbaar door de recente sterke uitbreiding van windmolenparken op de Noordzee. Er is een stijging van de wake-effecten waarbij de ene molen de wind tegenhoudt voor de andere. “Voor zonne-energie ziet het er dan weer heel goed uit. De vier beste jaren voor fotovoltaïsche installaties zitten in de laatste vijf jaar.”

Een belangrijke uitdaging voor de energiemarkt is de onderbreking in de productie omdat de zon niet altijd schijnt of de wind niet altijd waait. “Wij investeren nu bijvoorbeeld ook in batterijparken om die fluctuaties op te vangen”, zegt Peggy Rentmeesters.

Rentestijging en inflatie

Daarnaast kennen de producenten grote veranderingen in de kosten. De stijging van de rente is bijvoorbeeld geen goed nieuws voor de ontwikkeling van grote energieprojecten. Daarnaast moeten alle spelers intussen leven met een inflatie van tien procent. In sommige oude plannen is rekening gehouden met een inflatie van hoogstens twee procent. Dat is een situatie die voor een aantal spelers niet te lang mag duren.

“Om die reden klopt het huidige debat rond het afromen van de winsten ook niet. Wij investeren in langetermijnprojecten en dat houdt ook in dat je goede en slechte jaren kent doorheen de hele levensduur van de installatie. Bovendien kopen sommige klanten hun stroom tegen een vast tarief. Die ligt een stuk lager dan de prijzen op de spotmarkt van de laatste tijd”, zegt Peggy Rentmeesters.

Zij wijst ook op nieuwe onzekerheden bij de ontwikkeling van bijkomende zonneparken. “In Nederland krijgen die niet altijd toelating voor een aansluiting op het net. Dat komt door de moeilijkheden om het netevenwicht te behouden. Met Patronale Solar investeren we daarom alleen in bestaande parken met een aansluiting.”

Hoe ziet de toekomst eruit?

Enerzijds publiceert de Europese Commissie ambitieuze plannen. In de Green Deal is er sprake van een enorme uitbreiding van de capaciteit. Zo zou de productie van offshore windenenergie tegen 2050 zestien keer hoger moeten liggen dan nu. In België speelt de nieuwe Prinses Elisabeth-zone in de Noordzee een sleutelrol met een extra capaciteit van 3,5 gigawatt. Dat zou leiden tot een verdubbeling van de capaciteit, die momenteel al zeven procent van de totale stroomproductie in België verzekert.

De Europese ambities rond golfslag- en getijdenenergie zijn nog ambitieuzer, met een doelstelling die wel zestig keer hoger ligt dan nu. De vraag blijft hoe realistisch dat allemaal is. Peggy Rentmeesters: “Ik vind het niet slecht om ambitieuze doelstellingen te formuleren. Dat heb je nodig om zaken in gang te zetten.”

Voor zonne-energie voorziet de Green Deal al in een grote uitbreiding op korte termijn: in 2020 produceerde Europa 165 gigawatt zonne-energie. Tegen 2030 moeten die installaties 320 gigawatt kunnen leveren en in 2050 600 gigawatt. De commissie gaat ervan uit dat de technologie intussen veel goedkoper wordt (-82 procent in de laatste tien jaar) en zo binnen het bereik van veel gezinnen en bedrijven ligt.

Anderen zetten in op nieuwe technologieën als waterstof of maken plannen voor energie-atollen. Het idee daarachter is om ongebruikte productiecapaciteit voor groene stroom te gebruiken om energie op te wekken die gebufferd kan worden. Aan al die plannen zitten nog heel wat onzekerheden die grote investeringen voorlopig tegenhouden. Een van de belangrijkste hindernissen is het huidige tekort aan groene stroom in Europa.

“Toch kunnen we ook kleine nieuwigheden invoeren die een invloed hebben op de inkomsten of de kosten. Wij hebben een klein onderzoeksteam dat de technologische ontwikkelingen van nabij opvolgt. Door verbeteringen aan het onderhoud van zonnepanelen bijvoorbeeld realiseren we ook kostenbesparingen. Die evolutie staat natuurlijk niet stil”, zegt Peggy Rentmeesters.

Meer in het topic: