Privacyverklaring
De complexiteit van vakantiegeld
Tekst
Patrick Verhoest
Beeld
Tom Vanlaere

De complexiteit van vakantiegeld

8 juni 2023
De meeste van onze klanten berekenen het vakantiegeld dit jaar op basis van de maand mei, ook al zijn de rechten vorig jaar opgebouwd
Onze wetgeving over vakantiegeld is complex en achterhaald. Ze bezorgt zelfs doorwinterde specialisten hoofdbrekens.

 Onze wetgeving over vakantiegeld is complex en achterhaald. Ze bezorgt zelfs doorwinterde specialisten hoofdbrekens.

In België werken we met de begrippen ‘vakantiejaar’ en ‘vakantiedienstjaar’. In het vakantiedienstjaar leveren medewerkers de prestaties. Die bepalen op hoeveel dagen vakantie ze recht hebben en hoeveel vakantiegeld ze ontvangen in het vakantiejaar. Dat klinkt simpel, maar dat is het alleen maar voor arbeiders, waarschuwt Annelies Mattheus, experte vakantiegeld bij SD Worx. “Bij arbeiders houdt een vakantiekas alle gegevens bij over prestaties en loon. Op basis van wat de arbeiders hebben verdiend – loon, premies en variabele vergoedingen – berekent en betaalt de vakantiekas het vakantiegeld.”

Premies voor bedienden

Voor bedienden liggen de kaarten anders. Annelies Mattheus: “De wet bepaalt dat de werkgever een bepaalde maand in het lopende jaar kiest en op basis daarvan het vakantiegeld berekent. Dit jaar berekenen de meeste van onze klanten het vakantiegeld op basis van de maand mei, ook al zijn de rechten vorig jaar opgebouwd.” Daar zijn eventuele betaalde premies, overuren of commissielonen niet inbegrepen, hoewel deze variabele vergoedingen wel recht geven op vakantiegeld.

Ouderschapsverlof

Een tweede complexiteit doet zich voor bij werknemers die ouderschapsverlof nemen of van regime veranderen en bijvoorbeeld tachtig procent gaan werken. Dan berekent de werkgever het vakantiegeld op basis van een deeltijds loon, terwijl de collega voltijds gewerkt heeft tijdens het vakantiedienstjaar. “In dat geval is het nodig om een decemberafrekening te maken om dat recht te zetten en te compenseren.”

Vertrekvakantiegeld

Wanneer werknemers in de loop van een jaar van werkgever veranderen, wordt het helemaal ingewikkeld, althans alweer voor bedienden, licht Annelies Mattheus toe. “Ook hier is er bij arbeiders geen probleem, want de vakantiekas beschikt over een kruispuntbank die alle gegevens bijhoudt. Als een bediende uit dienst gaat, is de vorige werkgever aan de medewerker vertrekvakantiegeld verschuldigd. Ook de nieuwe werkgever is vakantiegeld verschuldigd. Daardoor moet een verrekening gebeuren met het bedrag dat al door de vorige werkgever is uitbetaald.”

Annelies Mattheus geeft aan dat deze manier van werken heel wat vragen oproept. Voor bedienden is het vaak niet duidelijk waarom ze vakantieattesten krijgen, om nog maar te zwijgen over het waarom en hoe van de verrekening door de nieuwe werkgever.

Extra juridisch controlewerk

Zijn de toegekende vakantiedagen of het toegekende vakantiegeld correct berekend? Als bediende die van werk of regime verandert, heb je daar niet altijd een goed zicht op. Het is niet verwonderlijk dat werkgevers vaak advies vragen aan een raadsman. Philippe De Wulf, advocaat bij Altius en gespecialiseerd in arbeidsrecht, ondervindt dat dagelijks (zie kader).

Beide experten zijn het erover eens dat de complexe regeling leidt tot veel onduidelijkheid, zowel bij werkgever als bij werknemer. Philippe De Wulf: “Als juristen wordt ons meestal gevraagd om al dan niet rechtstreeks berekeningen te checken of om de oplossing van het sociaal secretariaat te dubbelchecken. Niet zelden komen we tussen bij het beëindigen van het arbeidscontract. De werknemer, zijn vakbond of advocaat spreken ons aan over de al dan niet correcte berekening van het vakantiegeld. Met extra-legale vakantiedagen en arbeidsduurvermindering is dat een complexe materie, die leidt tot discussies. Al moet ook gezegd dat die zelden in de rechtbank eindigen.”

Vakantiegeld: welke vragen krijgen de specialisten voorgeschoteld?

Door de complexe regelgeving rond vakantiegeld zien bedrijven zich dikwijls genoodzaakt om extra juridisch advies in te winnen. De vragen zijn te groeperen in vier categorieën. Philippe De Wulf licht toe.

1. Regimewissels

“De meeste vragen gaan over medewerkers die van regime zijn veranderd. Ze gaan van deeltijds naar voltijds werk of omgekeerd. Bij de berekening stuiten de werkgevers op de limieten van een systeem dat nog altijd op de zesdagenweek is afgestemd. Werkgevers willen zeker zijn van het advies van hun sociaal secretariaat. Ze checken dat bij ons of vragen rechtstreeks om advies.”

2. Onwettelijke overdracht

Het wordt eveneens moeilijk als werknemers in het lopende jaar niet alle toegekende vakantiedagen konden opnemen. Het Belgisch recht laat niet toe om wettelijke vakantiedagen naar een volgend kalenderjaar over te dragen. “Werkgevers voeren vandaag vaak een gedoogbeleid en laten toe dat werknemers dagen overdragen, maar eigenlijk moeten die dagen uitbetaald worden. Recent heeft de Belgische wet – op aandringen van Europa – daarop een uitzondering gemaakt. Wie ziek valt tijdens zijn vakantie, was vroeger die vakantiedagen kwijt. Dat is nu veranderd. Vanaf 2024 is het toegelaten om onder bepaalde voorwaarden die dagen te recupereren.”

3. Basis

Heel wat vragen van werkgevers gaan over de berekeningsbasis van het vakantiegeld. De complexiteit start al met het variabele loon, waarop ook vakantiegeld verschuldigd is.

De cafetariaplannen, vaak met equity based incentives, leveren eveneens discussie op. “Er is nog onenigheid of op dat soort loon vakantiegeld verschuldigd is. Er bestaat weinig rechtspraak over en de administratie is onduidelijk. En dan hebben we het nog niet gehad over het enkelvoudig en dubbel vakantiegeld of het vertrekvakantiegeld bij ontslag.”

Verder zorgt de toegenomen mobiliteit van werknemers wel eens voor verwarring. “Denk aan een zelfstandige die van statuut verandert en het jaar voor zijn tewerkstelling als bediende geen rechten heeft opgebouwd. Ook dat is een complex verhaal.”

4. Ontslag

Tot slot ontstaan heel wat discussies bij het ontslag van werknemers die extra-wettelijke vakantiedagen werden toegezegd. Juridisch kan de werkgever zelf beslissen of hij die dagen al dan niet overdraagt naar een volgend jaar, maar vaak hebben werkgevers daar vooraf niet bij stilgestaan. “Dat leidt tot discussies na de tewerkstelling, want de werkgever kan die extra dagen schrappen. Dan krijgt de werknemer die vertrekt er ook geen vakantiegeld voor uitbetaald.”