Privacyverklaring

De inflatie: terug van weggeweest?

1 april 2021
Tekst
Rudy Aernoudt

Overheden die massaal hebben moeten interveniëren om de nefaste gevolgen van covid op te vangen, worden ‘al lenend rijk’. Dat komt door de negatieve intresten op het overheidspapier. Schulden maken, is dus een rendabele investering op zich. Veel economisten stellen de overheden gerust door te poneren dat de inflatie tot het verleden behoort. Daarvoor verwijzen ze naar de werkloosheid die covid-19 veroorzaakte en de onbenutte productiecapaciteit. Of ook naar de monetaire expansie waarbij centrale banken triljoenen in de markt pompen zonder dat de inflatie een kick heeft. Het mooiste bewijs dat inflatie voorgoed tot het verleden behoort.

Het grote ongelijk

Wie de terugkeer van inflatie voorspelt, wordt bijna geridiculiseerd. Een economist die denkt dat de inflatie terugkeert, is waarschijnlijk een economist die zich nog baseert op oude economische modellen, zoals de Fischer-equatie of de oude monetaire theorie. De eerste stelt dat economische groei samengaat met inflatie, de tweede stelt dat de monetaire expansie niet groter mag zijn dan de na te streven inflatie. En inderdaad, op basis van die modellen is inflatie in zicht. De economische groei zal in 2021 een nooit geëvenaard niveau bereiken, met groeivoorspellingen van zes procent op wereldniveau. Toegegeven, deze groei is vooral een compensatie van de negatieve groei in 2020, maar dat verandert de gevolgen op basis van de Fischer-equatie niet.

Tweede model: het monetaire. De Europese Centrale Bank heeft alleen al de laatste jaren vier biljoen euro geld gecreëerd, of ongeveer tien keer het bruto binnenlands product van België. De eerste beslissing van de nieuwe president van de VS was het uitstrooien van helikoptergeld. Die immense geldcreatie vertaalt zich niet onmiddellijk in inflatie – zoals blijkt uit de feiten – maar geen enkele economische wetmatigheid stelt dat dit op termijn niet zal gebeuren. Zodra de economie aantrekt en de bijkomende gelden niet massaal worden teruggestort naar de centrale banken zoals nu het geval is, maar gebruikt worden om te consumeren en te investeren, zou Nobelprijs-winnaar Milton Friedman wel eens gelijk kunnen krijgen.

Dat er na de covidcrisis opnieuw zal geconsumeerd worden, daar ben ik zeker van. Menselijk, al te menselijk. Opgekropte gevoelens en lockdownfrustraties zullen massaal worden gecompenseerd door restaurantbezoeken en consumptiegoederen. Bedrijven die de crisis overleven, hebben fantastische perspectieven en zullen opnieuw investeringsopportuniteiten zien. Dit alles zal leiden tot een druk op de prijzen.

De eerste tekenen aan de wand

Wie meewarig denkt dat deze economist vasthangt aan verouderde modellen, wil ik even wijzen op de eerste voortekenen van inflatie. De grondstofprijzen zijn in stijgende lijn. De prijs van koper bijvoorbeeld steeg met veertig procent de laatste acht maanden, een stijging van zestig procent op jaarbasis. Ook de prijzen van nikkel en zink zitten in de lift. En om het over een andere boeg te gooien: soja is op ruim een half jaar tijd meer dan vijftig procent duurder geworden. Ook granen en andere grondstoffen zijn fors in prijs gestegen, waardoor de mengvoeders op hun beurt sterk zullen stijgen en op termijn ook de voedingswaren.

Ook de prijs voor de overname van bedrijven piekt. De mid-Argos-index klom eind 2020 boven de tien. Dit betekent dat de gemiddelde prijs om een bedrijf over te nemen, gelijk is aan tienmaal de Ebitda. Twee jaar geleden was deze multiplier minder dan negen en vijf jaar geleden bedroeg die amper zes. Een bedrijf overnemen, kost nu gemiddeld vijftig procent meer dan vijf jaar terug. Ook de immobiliënsector ontsnapt niet aan de inflatie. De prijs voor appartementen steeg in België met 5,9 procent op één jaar.

Hoewel de inflatie dus laag is en economisten beweren dat ze voorgoed onder controle is, stijgen heel wat prijzen. Dit houdt tevens in dat de fondsen die zich op rekeningen bevinden en niets opbrengen, jaarlijks aan koopkracht inboeten. Terwijl de overheid slapend rijk wordt, wordt de belegger slapend arm.

Nog meer tekenen: de arbeidsmarkt

Een ander teken aan de wand is de arbeidsmarkt. De spanningen op de arbeidsmarkt voor de covidcrisis, zijn blijkbaar Malthusiaans aangepakt. Het virus heeft de druk op de arbeidsmarkt nu vertaald in verhoogde werkloosheid. Doordat die druk is weggenomen, is de belangrijkste reden voor mogelijke inflatie lamgelegd, luidt de redenering. Maar ook die stelling klopt niet. De enorme klap op de arbeidsmarkt is reeds volledig verwerkt. Uit een studie van SD Worx blijkt dat de Belgische werknemer weer op het werkritme zit van voor de crisis: gedurende tachtig procent van de werkdagen is er gewerkt, precies het peil van twaalf maanden geleden. Binnenkort zullen zich opnieuw spanningen op de arbeidsmarkt voordoen. De grootste bron van inflatie is dus terug. En dan heb ik het nog niet over de automatische loonindexering, die nog steeds bestaat als unicum in België en inflatieversnellend werkt.

Slotboutade

De vraag is niet of de inflatie terugkomt, maar wanneer. De kritische lezer die opmerkt dat het niet kan dat alle economisten – met uitzondering van ondergetekende – ongelijk hebben, verwijs ik even naar de financiële crisis van tien jaar geleden. Geen enkele economist had die zien aankomen. Misschien gebruiken we binnen enkele jaren dezelfde boutade voor de inflatie.

Meer in het topic: