Privacyverklaring
Nieuw vennootschapsrecht ook relevant voor de CFO
Tekst
Philip Verhaeghe

Nieuw vennootschapsrecht ook relevant voor de CFO

30 april 2019
Stel je statutenwijziging niet te lang uit
Advocaten Godfried Ampe en Robrecht Coppens van Loyens & Loeff hebben het ontstaan van het nieuwe wetboek voor vennootschappen actief opgevolgd. Dat treedt op 1 mei in voege voor nieuwe vennootschappen. Zij bespreken de belangrijkste gevolgen voor de CFO.

CFO’s zijn niet onmiddellijk betrokken partij. Toch zullen zij aan de materie van het nieuwe vennootschapsrecht de nodige aandacht moeten besteden. “Ze zullen bijvoorbeeld enkele oude reflexen moeten afleren, gelukkig grotendeels ten goede. Het vennootschapsrecht is vanaf nu beter afgestemd op de behoeften van de ondernemingen: minder drempels, minder betutteling, meer contractvrijheid en meer vertrouwen in de goede trouw van de ondernemer”, stelt Robrecht Coppens. “Eigenlijk komt ook de CFO in een totaal ander ondernemingslandschap terecht. Als hij zich niet inwerkt en op automatische piloot verderdoet, stuit hij vroeg of laat op verrassingen”, vult Godfried Ampe aan.

Krachtlijnen

Ter inleiding wijst Robrecht Coppens op de drie basisprincipes van het nieuwe wetboek:

1. Vereenvoudiging: “We gaan naar vier flexibele en moduleerbare basisvormen: nv, bv, cv en maatschap. Diverse vennootschappen moeten de komende jaren een andere vorm aannemen.” Eén enkele natuurlijke of rechtspersoon kan voortaan een nv of bv oprichten.

2. Modernisering: “We verwelkomen de focus op ondernemerschap, de mogelijkheid tot een dubbel stemrecht in genoteerde vennootschappen en meervoudig stemrecht in de andere, nieuwe regels voor belangenconflicten en bestuurdersaansprakelijkheid, de keuze voor de statutaire zetel …”

3. Flexibilisering: “Bij de omzetting van Europese wetgeving deed de Belgische wetgever al te vaak aan goldplating: Belgische ondernemingen moesten meer verplichtingen op zich nemen dan in de buurlanden. Vooral bij de bv wordt het evenwicht hersteld. Dit betekent meer aanvullend recht en meer keuzevrijheid.”

De gloednieuwe bv

In de nieuwe besloten vennootschap (bv) wordt het ‘maatschappelijk kapitaal’ gewoon afgeschaft: geen minimumkapitaal meer van 18.550 euro. “Dat bedrag was een bureaucratische rem op het ondernemerschap. Het bood geen efficiënte schuldeisersbescherming en hield evenmin de malafide of onbekwame ondernemers tegen. In de plaats van het kapitaal komt de verplichting om te voorzien in een toereikend aanvangsvermogen. Dat kan zowel uit eigen als uit vreemd vermogen bestaan, wat de financieringsmogelijkheden van een bv verder uitbreidt”, vervolgt Godfried Ampe.

Samen met het kapitaalconcept verdwijnt ook de strikte gelijkheidsrelatie tussen de waarde van de inbrengen en de toegekende rechten aan de vennoten. Oprichters of bestuurders bepalen voortaan vrij de omvang van de rechten van een bepaalde inbreng. De nieuwe bv is opgevat als een flexibele allroundvennootschapsvorm, waardoor ze ook effectief geschikt zal zijn voor de meeste ondernemers. Godfried Ampe: “Het wordt mogelijk om in alle vrijheid te sleutelen aan regelingen rond inspraak en winstverdeling. Ook qua overdraagbaarheid van de aandelen is de statutaire vrijheid maximaal: de bv kan zowel een zeer gesloten als een zeer open vennootschap zijn. Terwijl geslotenheid een troef is voor familiebedrijven, kan een grotere flexibiliteit dat zijn voor start-ups en groeibedrijven met een verspreid aandeelhouderschap. Anderzijds bevat de wet een duidelijke standaardregeling die grotendeels aansluit bij het huidige systeem binnen de bvba.”

Robrecht Coppens: “Winst of reserves kunnen nu eenvoudiger meermaals per jaar worden uitgekeerd. Dit wordt wel ingeperkt met een verplichte balans- en liquiditeitstest. De liquiditeitstest – nieuw in het Belgisch recht – legt een nieuwe verantwoordelijkheid bij de bestuurders: winsten of reserves mogen enkel uitgekeerd worden als het netto-actief niet negatief wordt én als de huidige schulden over een periode van twaalf maanden kunnen worden voldaan.”

Statuten aanpassen

“De uiterste datum voor een statutenaanpassing is 1 januari 2024. Toch moet een vennootschap vanaf 1 januari 2020 haar statuten verplicht aanpassen bij de eerste statutenwijziging na deze datum. Denk bijvoorbeeld aan een gewone kapitaalverhoging. Laat je dus niet verrassen en bereid dat goed voor”, zegt Robrecht Coppens.

Godfried Ampe ziet drie redenen om nu al ernstig na te denken over de verplichte statutenaanpassing en daar zeker niet te lang mee te wachten:

1. “Er ontstaat een risico op discrepantie tussen de bepalingen in de statuten en dwingende bepalingen onder het nieuwe wetboek. Blindelings afgaan op de inhoud van niet aangepaste statuten zal niet meer kunnen en de betrokkenen zullen zich geregeld moeten afvragen of een bepaling niet strijdig is met het nieuwe wetboek. Heel wat belangrijke bepalingen zullen onmiddellijk van toepassing zijn als dwingend recht: de nieuwe regels over de winstuitkeringen, de bestuurdersaansprakelijkheid, de belangenconflictenregeling, de alarmbelprocedure, de verruiming van het begrip van dagelijks bestuur …”

2. “Bedrijven die bij hun bank aankloppen voor financiering zullen waarschijnlijk vragen krijgen over hun statuten. Het valt te verwachten dat de banken zullen vragen om de statuten in lijn te brengen met het nieuwe wetboek. Het is logischer om daar proactief zelf voor te zorgen, door bijvoorbeeld de bvba naar bv volledig om te vormen en te voorzien in een vrije overdraagbaarheid van aandelen bij verpanding.”

3. “Er komen erg veel nieuwe mogelijkheden bij ten voordele van de ondernemer en de aandeelhouders. Waarom wachten om daar zelf ook gebruik van te maken?”

Bestuurdersaansprakelijkheid

Met de invoering van een algemene aansprakelijkheidsbeperking betekende het initiële voorstel een ware Copernicaanse omwenteling in de bestuurdersaansprakelijkheid. Bedoeling was met deze ‘cap’ op bestuurdersaansprakelijkheid aantrekkelijker te worden voor (buitenlandse) topbestuurders en de verzekerbaarheid van bestuursaansprakelijkheid betaalbaar te houden. “Het idee botste op veel weerstand van de Raad van State, verschillende belangengroeperingen en politieke partijen, die zich niet konden vinden in die verregaande beperking van de aansprakelijkheid”, vertelt Robrecht Coppens.
Godfried Ampe vervolgt: “De ‘cap’ is behouden, maar met een beperkter toepassingsgebied. De bestuurdersaansprakelijkheid wordt beperkt tot een maximumbedrag in functie van de grootte van de vennootschap. De bedragen liggen tussen 125.000 en twaalf miljoen euro. Deze ultieme grens functioneert als gezamenlijke basis voor alle bestuurders, ongeacht het aantal schuldeisers. Die beperking geldt enkel voor lichte, eerder toevallige fouten en slaat dus niet op zware fouten, herhaalde lichte fouten, fraude, de wettelijke garantieverplichting tot volstorting van het nv-kapitaal, de bijzondere aansprakelijkheid voor fiscale schulden of RSZ-schulden en zo meer.”

Meervoudig stemrecht

Om tegemoet te komen aan de nood vanuit de praktijk aan meer flexibiliteit, kan het standaardprincipe ‘één aandeel, één stem’ voortaan terzijde worden geschoven in de bv en de niet-beursgenoteerde nv. De statuten kunnen afwijken van de default-proportionaliteitsregel: het is nu mogelijk om aan elk soort aandeel geen, één of meer stemmen toe te wijzen, of stemrecht te koppelen aan bepaalde voorwaarden. “Kortom, er zijn nu veel mogelijkheden om het vermogen en het zeggenschap binnen de vennootschap flexibeler te verdelen”, benadrukt Robrecht Coppens.
Ook beursgenoteerde nv’s kunnen onder bepaalde voorwaarden kiezen om de loyauteit van trouwe aandeelhouders te belonen. Aandeelhouders die twee jaar onafgebroken eigenaar zijn van de aandelen, kunnen maximaal een dubbel stemrecht krijgen voor hun aandelen op naam.

Doorgedreven verslagplicht

Ondanks de flexibilisering en modernisering, blijft er vaak een doorgedreven verslagplicht bestaan, waardoor het bijvoorbeeld nog steeds niet mogelijk zal zijn om echt snel een vennootschap op te richten. Ook de mogelijkheden qua digitale oprichting zijn niet ten volle benut. Onze huidige taalwetgeving maakt het verder onmogelijk om meer openheid naar het Engels toe te staan, wat internationaal vaak als een belemmering en extra kost wordt aangevoeld.

Managementvennootschap ook aan omvorming toe

De CFO’s die FDmagazine over het nieuwe vennootschapsrecht contacteerde, zijn er nog niet mee bezig. Vennootschapsrecht is uiteraard in de eerste plaats een materie voor bedrijfsjuristen. “CFO’s moeten goed beseffen dat sommige aanpassingen ook een impact kunnen hebben op hun werkzaamheden en verantwoordelijkheden. CFO’s of andere directieleden die hun diensten aanbieden via een managementvennootschap zullen deze op een of andere manier moeten laten omvormen.”

Godfried Ampe, Robrecht Coppens Vlnr: Godfried Ampe, Robrecht Coppens