Privacyverklaring
Nathalie Constant Nathalie Constant, director finance & IT van Boss Paints
Tekst
Peter Ooms
Beeld
Wouter Van Vaerenbergh

Organisaties moeten hun governance versterken

15 april 2023
ESG als vorm van filantropie, dat is niet meer van deze tijd
“We zijn met Boss Paints heel actief op het vlak van mens en milieu. In vergelijking daarmee is governance niet ons sterkste punt. Nu de eisen rond ESG steeds strenger worden, zullen we daar iets aan moeten doen”, zegt Nathalie Constant, director finance & IT van Boss Paints. Experts Luc Van Liedekerke, Abigail Levrau en Magali Deryckere geven praktische inzichten om de bestuursaspecten in organisaties te versterken, met name in relatie tot de thema’s mens en milieu.

“We zijn met Boss Paints heel actief op het vlak van mens en milieu. In vergelijking daarmee is governance niet ons sterkste punt. Nu de eisen rond ESG steeds strenger worden, zullen we daar iets aan moeten doen”, zegt Nathalie Constant, director finance & IT van Boss Paints. Experts Luc Van Liedekerke, Abigail Levrau en Magali Deryckere geven praktische inzichten om de bestuursaspecten in organisaties te versterken, met name in relatie tot de thema’s mens en milieu.

“Ik beschouw werken aan governance als een opportuniteit om grote stappen vooruit te zetten. Het hoeft geen last te zijn. Door onze doelstellingen nog eens onder de loep te nemen, aan te passen waar nodig en er duidelijk over te communiceren, moeten we tot een strakker plan komen over onze aanpak. Ik verwacht dat een aantal thema’s nog hoger op de agenda komt en dat we die van nabij opvolgen om de concrete vooruitgang te monitoren”, zegt Nathalie Constant.

Raad van bestuur is zwakste link

“Het is in de raad van bestuur dat het grootste kennistekort rond ESG (Environment, Social, Governance) optreedt. We hebben dringend nood aan meer opleiding en training van bestuurders over hoe noodzakelijk de aandacht voor milieu en sociale aspecten is voor een bedrijf”, zegt professor Luc Van Liedekerke van de universiteiten van Antwerpen en Leuven. Hij beweegt zich als bedrijfsethicus op de tweesprong tussen management en filosofie en focust zich op bestuurskwesties.

Voor sommigen is de G in ESG de belangrijkste letter in die afkorting. De raad van bestuur heeft dan ook een grote invloed op de interne processen van een bedrijf. De board bepaalt de strategie, het beleid en de investeringen. “Door die sturende functie hebben de bestuurders ook een doorslaggevend effect op de milieu-impact van het bedrijf en de manier waarop het met de werknemers omgaat. Het argument dat governance dé bepalende factor is, houdt wel degelijk steek”, zegt Luc Van Liedekerke.

Integratie in cultuur en strategie

Bedrijven kijken nog te vaak naar ESG op een wat ouderwetse manier, als een vorm van filantropie. Ze zien het als een activiteit die bovenop de bedrijfsprocessen komt. “Dat is echt niet meer van deze tijd”, zegt Abigail Levrau, research director van Guberna, het Instituut voor Bestuurders. “Ondernemingen moeten ESG nu echt in de cultuur en de strategie integreren. Nu dienen bedrijven operationele wijzigingen door te voeren in de werking van het bedrijf zelf. De thematiek is nog volop in evolutie. Bedrijven doorlopen een leercurve. Het vergt ook een fundamentele wijziging. Zeker beursgenoteerde bedrijven waren lang sterk gefocust op het creëren van aandeelhouderswaarde, met een zekere risicobeheersing op het vlak van milieu en sociale impact. Nu moeten ze overschakelen op een duurzame waardecreatie, die rekening houdt met veel meer factoren. Dat bewustzijn is wel al aanwezig in de raden van bestuur, maar het ontbreekt nog aan kennis om het waar te maken in de praktijk. Met Guberna geven we een reeks opleidingen om die bestuurders te ondersteunen.”

Bredere kijk bij jonge generatie

Hoe is de verhouding tussen Environment, Social en Governance bij Boss Paints? “Boss Paints is als familiebedrijf van oudsher heel erg begaan met milieu en mens. Jan Bossuyt, oom van onze huidige ceo Toon Bossuyt en ook diens voorganger, was al in de jaren tachtig van vorige eeuw actief op milieuvlak. Dat zit ondertussen diep in ons DNA. Intussen komt de vierde generatie van de familiale eigenaars met de neus aan het venster. Ik stel vast dat bij die jonge mensen dezelfde bekommernis aanwezig is, misschien nog ambitieuzer, vernieuwender en met een bredere blik. Ze zijn ook veeleisend en willen een antwoord krijgen op hun vragen.”

Ook Luc Van Liedekerke wijst erop dat de thematiek jonge mensen - zijn studenten - in de ban houdt. “Dit gaat over hun toekomst. De klimaatveranderingen bepalen hoe hun leven er straks uitziet. Voor hen is dit erg reëel. Het contrast met de generatie die het nu voor het zeggen heeft in de raden van bestuur is erg groot. Vooral het gebrek aan aandacht en kennis ter zake is heel opvallend. Bij Guberna weten ze maar al te goed dat er een grote nood is aan bijkomende kennisoverdracht”, zegt Luc Van Liedekerke.

Het zandlopermodel

Het strategisch consultingkantoor Bain komt tot een andere conclusie. Magali Deryckere: “We zien eerder dat de top en de basis van het bedrijf de grote stuwende krachten zijn op het vlak van duurzaamheid. Enerzijds is er de raad van bestuur, die wel degelijk strategische voordelen wil realiseren. Anderzijds zijn de medewerkers vaak erg geëngageerd en nemen ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Het middenmanagement zit tussen die twee uitersten en voelt nu de druk van twee kanten. Zij hebben al die tijd gefocust op andere prioriteiten en moeten nu een inhaalbeweging maken. De figuur om dat weer te geven, met een sterke top en basis, maar een onderontwikkeld midden, lijkt op een zandloper.”

‘Doen’ in plaats van ‘praten’

Bij Boss is het nog anders. “Wij zijn geen top-downbedrijf. De CSRD-rapportering (Corporate Sustainability Reporting Directive) die op ons afkomt, is - in tegenstelling tot de Green Deal - nog geen thema geweest op onze raad van bestuur, noch op onze adviesraad met externe leden, die ons op allerlei vlakken uitdagen. We zijn er uiteraard al mee bezig, ook al moeten we pas in 2026 voldoen aan die regel. Bij ons zijn veel initiatieven afkomstig van de medewerkers. Hun bekommernissen zien we ook in de dagelijkse praktijk. Ik stel vast dat binnen ons bedrijf de medewerkers liever ‘doen’ dan ‘praten’ of ‘vergaderen’. Ondernemerschap is belangrijk voor ons. Medewerkers nemen de verantwoordelijkheid op zich en beginnen eraan. Dat willen we ook zo”, zegt Nathalie Constant.

“In onze dagelijkse werking merken we dat het afwegen van onze waarden ten opzichte van elkaar een uitdaging is. Inzetten op één thema heeft soms een impact op een andere bekommernis. Zo kan het zijn dat de milieuproblematiek in sommige discussies onder druk komt en dat zorgt dan voor vragen van onze medewerkers. Er is dus wel degelijk nood aan een verfijning van onze doelstellingen zodat we een duidelijk richtsnoer hebben om die knopen te kunnen doorhakken.”

Governance als middel

Abigail Levrau maakt duidelijk dat governance dan inderdaad een middel kan zijn. “Binnen de term ESG staat de G van Governance niet op dezelfde hoogte als Environment en Social. Die twee laatste zijn doelstellingen: een organisatie moet het milieu en de medewerkers goed behandelen en mag zeker geen schade aanrichten. Governance is hiervoor een middel en dus geen doelstelling op zich.”

Dat is trouwens van begin af aan de bedoeling geweest. We vergeten soms dat het Kofi Annan was, de voormalige secretaris-generaal van de VN, die de term heeft geïntroduceerd in 2004. “Governance is niet nieuw. Uit historisch onderzoek blijkt dat de Nederlandse Oost-Indische Compagnie al geconfronteerd werd met bestuurskwesties. Er is dus een lange traditie van governance. Zeker grote internationale bedrijven kennen dat. Ben je beursgenoteerd, dan zit dat ingebakken in de structuren, mede door de vele regels die op die bedrijven van toepassing zijn.”

Uit een studie van Guberna blijkt dat er nog wat schort aan de kennis op het vlak van governance in de kleinere bedrijven. “Ook de structuur ontbreekt daar nog. Daarnaast blijkt uit onze evaluatie-oefeningen wat de grote uitdagingen zijn voor de raden van bestuur. Dat zijn de thema’s ESG en digitalisering. Ik volg de stelling van Luc Van Liedekerke dat er nood is aan heel wat kennisoverdracht op dat vlak.”

Bescheiden blijven

Guberna is er erg beducht voor dat raden van bestuur zich beperken tot het minimum en dat dan nog beter voorstellen dan het in werkelijkheid is. “Regelmatig worden grote bedrijven betrapt op greenwashing.”

“Als director finance zorg ik voor de rapportering, niet enkel financieel, maar ook over operationele thema’s en de voortgang op het vlak van milieu en mens”, zegt Nathalie Constant. “Daarover blijven we eerder bescheiden. Een duurzaamheidsrapport komt er zelfs niet elk jaar, eerder om de drie of vier jaar. Dat heeft ook te maken met schroom: we willen zeker niet beschuldigd worden van greenwashing. Ik vind die bescheidenheid belangrijk. Niettemin kunnen we nog groeien op het vlak van governance.”

Niet meer treuzelen

Voor Guberna is het kwestie om nu snel stappen te zetten. Abigail Levrau: “Bedrijven moeten niet meer treuzelen. De overheid neemt deze thematiek heel ernstig. Ik heb nog nooit meegemaakt dat de aanpak zo snel verstrengt van soft law naar hard law, weliswaar vooral in Europa. In de VS daarentegen zien we nu zelfs weerstand tegen investeerders en banken die te veel nadruk leggen op duurzaamheid. Zelfs de baas van Blackrock, Larry Fink, komt onder druk te staan van conservatieve politici. Europese familiebedrijven zijn bewuster. Voor mij staat het vast dat hun ondernemerschap met een visie op de lange termijn en een strategie gebaseerd op rentmeesterschap daarin een belangrijke rol speelt.”

“Ik merk dat heel wat bedrijven stappen zetten via een externe certificatie van hun duurzaamheidsprestaties. B Corp levert zo’n label. De aandacht van ratingagentschappen zoals Sustainalytics kan ook een duw in de rug zijn. Nadeel is dat die certificaten en ratings heel wat inspanningen en geld kosten. Onderling zijn ze ook niet goed vergelijkbaar”, zegt Abigail Levrau.

Kleine revolutie voor financiële afdeling

Professor Van Liedekerke wijst op de belangrijke rol van de financiële afdeling in het concretiseren van de thematiek. “ESG is de tweede uitbreiding van de rol van finance op korte tijd. Cfo’s rapporteren al een tijdje over de operationele resultaten van een bedrijf. Ook dat was in het begin een kleine revolutie. Nu krijgen cfo’s de verantwoordelijkheid om over duurzaamheidsparameters te rapporteren. Dat is een verdere verbreding van het perspectief. Het gaat hier om parameters die nog veel verder verwijderd zijn van de financiële afdeling. De vraag is of alle bedrijven klaar zijn om die veelheid aan diverse gegevens correct te verwerken”, aldus nog Luc Van Liedekerke.

Een tweede probleem is de aanpak van de CO2-uitstoot en de rapportering via scope 1, 2 en 3. “De eerste twee zijn gelinkt aan de eigen processen en de aankoop van energie. Scope 3 gaat over de uitstoot gelinkt aan het bedrijf bij klanten en leveranciers. Sommigen zijn helemaal niet happig om hierover te rapporteren. Vraag is trouwens of het überhaupt mogelijk is. Ook die knoop moet worden doorgehakt. Het ziet er nu naar uit dat rapporteren over scope 3 ook verplicht zal worden”, zegt Luc Van Liedekerke.

“Bij kleine bedrijven merken we dat de druk vanuit de toeleveringsketen heel groot wordt. De beursgenoteerde bedrijven moeten al snel met uitgebreide rapporten komen over hun prestaties op het vlak van duurzaamheid en data opnemen over hun klanten en leveranciers, vaak ook kmo’s. Die worden zo op een indirecte manier gedwongen om daarover snel te rapporteren”, zegt Abigail Levrau.

Wachten op definitieve inhoud en vorm

Wat zijn de volgende stappen voor Boss Paints? “In het volgende directiecomité komt de duurzaamheidsrapportering ter sprake. De nieuwe CSRD-wetgeving verplicht ons om in 2026 voor het eerst te rapporteren over onze resultaten van het boekjaar 2025. Op dat moment moeten we kunnen vergelijken met 2024. Om dat goed te doen, moeten we in 2023 al weten wat we zullen meten en hoe we de data verzamelen. Een hindernis is dat we nog niet weten wat de definitieve inhoud en vorm is. We moeten dus flexibel blijven om late veranderingen op te vangen. Wel weten we nu al dat scope 3 niet evident is om in kaart te brengen. We zullen onze partners een gedragscode voorleggen, maar als klein bedrijf is onze onderhandelingsmacht daarin eerder beperkt. Anderzijds komen er nog geen vragen van grote bedrijven, die hierover al vroeger moeten rapporteren. Zij vragen ons niet om al gegevens over onze uitstoot te bezorgen. Dat zou geen probleem zijn: we hebben ons huiswerk op dat vlak voor een groot stuk al gemaakt.”

Belangrijke rol voor milieucoach

“Voor de pure governance zullen we ook de verantwoordelijkheid moeten toewijzen. Ik verwacht dat het een gedeelde verantwoordelijkheid zal worden”, zegt Nathalie Constant. “Veel afdelingen zijn betrokken: R&D, productie, finance, hr, enzovoort. Toch denk ik dat ik als financieel directeur een groot pakket zal krijgen omdat ik nu eenmaal ook zorg voor rapportering en compliance. Bij Boss Paints hebben we wel een milieucoach die de afdelingen bijstaat en ondersteunt in hun activiteiten en projecten rond milieu. Het idee daarachter is dat de departementen zelf verantwoordelijk blijven voor hun acties. We kunnen dat op een gelijkaardige manier aanpakken voor governance. Onze milieucoach zal hierin opnieuw een belangrijke rol spelen.”

Dubbele materialiteit

De ESG-materie is nog nieuw voor financiële afdelingen, maar de verantwoordelijken moeten zich voorbereiden op steeds strengere eisen voor meer en nauwkeurige data over de duurzaamheidsparameters. Daarover zijn al belangrijke Europese wetten gestemd. Die moeten nog verder verfijnd worden met concrete rapporteringsstandaarden. EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) werkt daar nu aan. Luc Van Liedekerke: “Grote internationale bedrijven zijn verplicht om de IFRS-standaard te hanteren. We moeten nog bekijken hoe de Europese en de internationale standaard op elkaar zijn afgestemd. In de Green Deal van de EU is bijvoorbeeld het concept van de dubbele materialiteit erg belangrijk. Een bedrijf moet niet alleen kijken naar wat het effect kan zijn van de buitenwereld (bijvoorbeeld een overstroming in een fabriek) op de eigen financiële resultaten (outside in), maar ook naar wat de eigen impact is op de buitenwereld (inside out). Die tweede beweging is helemaal niet ingeburgerd in de VS. Vraag is of dat ook in de IFRS-standaard terechtkomt.”

Luc Van Liedekerke, Magali Deryckere, Abigail Levrau Vlnr: Luc Van Liedekerke, Magali Deryckere, Abigail Levrau