Privacyverklaring
Jean-Marie Vanderstichele Jean-Marie Vanderstichele, Cfo Upgrade Estate
Tekst
Peter Ooms
Beeld
Diego Franssens

CFO Upgrade Estate combineert duurzaamheid en sociale impact

22 juli 2024
Investeerders zijn onze tweede groep klanten, naast de huurders
Jean-Marie Vanderstichele, cfo van Upgrade Estate, legt uit hoe het bedrijf vanuit zijn sociale bekommernis over het welzijn van studenten ook focust op andere duurzaamheidsaspecten. Die aanpak levert mooie financiële resultaten op.

Upgrade Estate combineert duurzaamheid en studentenwelzijn, wat leidt tot lagere CO2-uitstoot en hogere klanttevredenheid. CFO Jean-Marie Vanderstichele vertelt.

Jean-Marie Vanderstichele, cfo van Upgrade Estate, legt uit hoe het bedrijf vanuit zijn sociale bekommernis over het welzijn van studenten ook focust op andere duurzaamheidsaspecten. Die aanpak levert mooie financiële resultaten op.

Wat is de strategie van Upgrade Estate?

Jean-Marie Vanderstichele: “De oprichters van Upgrade Estate – Nele Van Damme en Koenraad Belsack – zijn 24 jaar geleden begonnen met een allereerste studentenhuis met zes kamers in Gent. Ze hebben toen meteen ingezet op sociale interactie tussen de bewoners. Ze waren zelf nog student en deden volop mee met de spaghetti- en spelletjesavonden, het samen uitgaan en de feestjes. Intussen is het concept verder geëvolueerd, maar het bedrijf blijft trouw aan die oorspronkelijke gedachte. We bieden het decor zodat huurders kunnen connecteren, met als resultaat een community van mensen. Centraal in onze Upkot-gebouwen (studentenhuisvesting) staan de leefkeukens, waar de bewoners elkaar elke dag kunnen ontmoeten.

In de gebouwen is er bovendien dagelijks een coach aanwezig die periodiek activiteiten organiseert voor de bewoners. Ook biedt die coach een luisterend oor aan studenten die twijfelen over hun studiekeuze, lijden aan examenstress, enzovoort. Eenzelfde aanpak met coaches bieden we aan bij Upliving (volledig ingerichte appartementen voor young professionals) en Upoffiz (kantoren voor groeibedrijven).”

Past die sociale bekommernis in een duurzaamheidsstrategie?

Jean-Marie Vanderstichele: “De maatschappelijke meerwaarde die we bieden met onze woningen is er inderdaad ook inzake milieu en klimaat. Op dat vlak liggen onze doelstellingen zeer hoog. Upgrade Estate wil tegen 2035 al net zero bereiken op het vlak van CO2-uitstoot in de drie scopes (eigen verbruik, aankoop van energie en de uitstoot bij klanten en leveranciers, nvdr). Een belangrijk deel van onze activiteiten draait om de bouw van nieuwe koten, appartementen en kantoren. Daar speelt de problematiek van de embodied carbon: de CO2 die is uitgestoten bij de productie van de bouwmaterialen en uitrustingsgoederen en tijdens de bouwwerken zelf. Die CO2 zit dus ook in onze bestaande gebouwen.

Om die ambitieuze doelstelling te behalen, heeft Upgrade drie acties opgezet. Ten eerste willen we vanaf 2025 onze nieuwe gebouwen ook optrekken in hout om zo het gebruik van beton en staal met veel CO2-uitstoot tot een minimum te beperken. In functie daarvan hebben we nu al 250 hectare bos gekocht in Finland. Die worden op een duurzame manier beheerd en zullen deel uitmaken van de volledige supplychain in houtbouw. We zetten ook in op de productie van eigen stroom met zonnepanelen in een eerste solar park in Wetteren met drieduizend panelen. Straks volgt een tweede op The Loop in Gent, met twaalfduizend panelen. Dit tweede park zullen we via een rechtstreekse lijn verbinden met ons project “Upoffiz - Upliving Ghent Loop5” om er tot zeventig procent van de energiebehoefte in te vullen. Tot slot lopen er ook vergunningsaanvragen voor het plaatsen van twee windturbines in Vlaanderen.

Die eigen energieproductie laat ons toe om onafhankelijk te worden van de volatiele energiemarkt en de energiekosten voor de huurders laag te houden. Zo kunnen we hiervoor ook in de toekomst een stabiel forfaitair bedrag aanrekenen. Limoengroen is trouwens ons eigen energiebedrijfje. Het staat in voor de levering van elektriciteit en warmte, maar ook internet, water en afvalbeheer. De kost voor een kot of appartement is voor onze merken namelijk altijd opgebouwd uit twee componenten: de huur enerzijds en de bijkomende kosten anderzijds. In de coronaperiode, toen energie plots heel duur werd, hebben we het forfaitair tarief voor de bijkomende kosten niet aangepast. We hebben zelf de extra kosten gedragen.

De sociale component én onze duurzaamheidsaanpak zullen ons succes op het vlak van kantoren bepalen. Het eerste kantoorproject in Gent op The Loop – 14.000 m² kantoren, 45 appartementen voor young professionals, een theaterzaal en bovendien 10.000 m² verbindend groen – was al vóór de oplevering volledig verhuurd. We bieden de huurders ook een parking met 104 oplaadpunten voor elektrische auto’s aan, naast een fietsparking met vijfhonderd plaatsen. De werken voor een tweede Upoffiz-kantoorproject in de Brusselse Wetstraat zijn gestart. Ook daar gaat het om ruim 14.000 m² werkruimte met gemeenschappelijke functies.

Nu al verzorgen we de afwerking in nieuwe gebouwen met veel hout, gerecycleerd materiaal en degelijk tweedehands meubilair. In de toekomst willen we ook de bouwstructuur zelf in hout maken en blijven we verder inzetten op duurzame materialen en installaties.”

Hoe verhoogt u de efficiëntie van de financiële afdeling?

Jean-Marie Vanderstichele: “We zetten sterk in op digitalisering. Dat gebeurt in de eerste plaats in de contacten met huurders en investeerders, die bijvoorbeeld de contracten digitaal ondertekenen. Ook het verwerken en betalen van facturen verloopt digitaal.

De nieuwe kantoorgebouwen, zoals Upoffiz Ghent Loop5, voorzien in privékantoorruimten voor bedrijven. Daarbij hoort een keuze aan gemeenschappelijke vergaderzalen, opleidingslokalen, een auditorium, een multimediastudio, enzovoort. De huurders kunnen die boeken via onze eigen Upoffiz-app en afrekenen in functie van het aantal uren. De registratie van de boekingen is gekoppeld aan de toegangscontrole tot die zalen, zodat ook de verrekening en facturatie automatisch lopen. Voor dergelijke automatiseringsprojecten rekenen we steeds meer op onze eigen IT-afdeling.

Verder hebben we een RPA-robot (Robotic Process Automation) geïnstalleerd – onze Marcel – die specifieke taken op zich neemt en een deel van het manueel werk overneemt van onze medewerkers. Zo downloadde de robot elke dag de coda-bestanden, om ze vervolgens op te laden in onze boekhouding per vennootschap. De robot bereidde ook de gegevens voor de boekingen voor. Binnenkort schakelen we over van onze oude Navision-software naar de nieuwe Microsoft Business Central. Dan kunnen we onze ERP direct connecteren met een aantal digitale platformen, zoals Isabel Connect (multibankenbeheer), Companyweb (handelsinformatie), Hubspot (sales & marketing) en Twikey (Sepa-mandaten en recurrente invorderingen).

Door die upgrade van de software kunnen we een aantal RPA-processen weer afschaffen. De coda-bestanden verwerken we straks rechtstreeks met Isabel Connect. Ik ben een believer van de RPA-techniek, maar je hebt er wel standaardprocessen voor nodig met heel grote volumes aan transacties. Zo hebben wij er niet veel. Dikwijls gaat het ook om een gedeeltelijke automatisering, want aan het eind van de rit heb je vaak nog een menselijke inbreng of beslissing nodig.”

Dit is het eerste gedeelte van een lang interview met Jean-Marie Vanderstichele. Het volledige interview lees je in het zomernummer van FDmagazine, inclusief alle foto’s. Interesse in een membership? Contacteer onze collega Jennero Rijaard (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)