De jaarrekening van KRC Genk: 3,7 miljoen euro aan winst en een omzet van 100 miljoen

​Op 17 november vond de jaarlijkse Algemene Vergadering van KRC Genk plaats. Tijdens deze vergadering presenteerden de Raad van Bestuur en het Algemeen Management er de jaarrekening van het seizoen 2024-2025. De cijfers spreken voor zichzelf. KRC Genk boekte voor het afgelopen seizoen een winst vóór belastingen van 9,2 miljoen euro. Sinds het compromis met de fiscus wordt de club voor het eerst belast onder het vennootschapsstelsel. Na aftrek van belastingen en de spreiding van transferwinsten realiseerde de voetbalclub dit boekjaar een nettowinst van 3,7 miljoen euro.

Kaap van 100 miljoen euro

Aan de inkomstenzijde stegen de bedrijfsopbrengsten met 10,2 miljoen euro, wat resulteerde in een totale omzet van 102,9 miljoen euro. Daarmee rondt de club voor het eerst de kaap van 100 miljoen euro omzet.

De stijging is vooral te danken aan hogere inkomsten uit een televisie-contract, bijkomende opbrengsten uit sponsoring en publiciteit en extra transferinkomsten. Dat laatste verwijst voornamelijk naar de transfers van Carlos Cuesta naar Galatasaray, Bilal El Khannouss naar Leicester City en Mike Penders naar Chelsea FC. De sportieve werking van KRC Genk was vorig boekjaar goed voor zo’n 57 miljoen euro aan transferinkomsten.

Aan de kostenzijde stegen de totale bedrijfskosten tot 92,1 miljoen euro.

Financieel gezond

Ook het eigen vermogen van de voetbalclub kende een verdere groei met 9,2 miljoen euro, wat hen op een totaalbedrag van 62,4 miljoen euro brengt. Met dit bedrag beschikt de club over een stevige strategische reserve en blijft het financieel structureel gezond.

Het boekjaar 2024-2025 werd afgesloten op 30 juni 2025. De transferinkomsten van onder andere Tolu Arokodare, Bonsu Baah en Andi Zeqiri zijn dus nog niet opgenomen in deze jaarrekening en zullen pas worden opgenomen in het volgende boekjaar. De positieve resultaten van dit boekjaar bevestigen de stabiele financiële basis en duurzame groei van KRC Genk. De club bouwt op deze manier met vertrouwen verder aan de toekomst, zowel op sportief als structureel vlak.