Privacyverklaring
Christine Plasmans Christine Plasmans

Beheer van bedrijfswagens te veel ad hoc

10 september 2018
We kunnen niet anders dan meedrijven met de bewegingen op de markt
CFO’s en taksdirecteuren van bedrijven houden de ontwikkeling van de autofiscaliteit kritisch in het oog. De veranderingen gaan zo snel dat aanpassingen aan de keuze van de fleetwagens en het financieel verwerken van de kosten niet zo eenvoudig zijn.

Vragen bij politieke keuzes

Karl Abelshausen: De fiscaliteit rond bedrijfswagens verandert haast elk jaar en daardoor kunnen wij geen strategie uitwerken op de lange termijn. De Belgische overheden hebben tot op heden geen duidelijke doelstelling rond mobiliteit en duurzaam transport. Dat maakt het als bedrijf moeilijk om een langetermijnvisie te ontwikkelen. Hybrides werden een tijd fiscaal ondersteund, maar blijft dat ook zo? Moeten we nu volop kiezen voor elektrische auto’s en dan grote bedragen investeren in oplaadpalen, op het werk én thuis bij onze werknemers? Gaan we inzetten op meer openbaar vervoer, ook al is het aanbod voor sommige trajecten ondermaats? Als tax director kan ik nu niet inschatten of de regering straks haar positie niet weer zal omdraaien. We kunnen dus niet anders dan ons laten meedrijven met de bewegingen op de markt.

Christine Plasmans: Wij zien die effecten van overheidsmaatregelen ook in de markt. Mazda Motor Logistics Europe staat in voor de import van auto’s in Europa. Medewerkers kunnen een bedrijfswagen krijgen, maar het moet er een van ons eigen merk zijn. De keuze van ons aanbod is vooral gebaseerd op de herverkoopwaarde van die wagens. Die prijzen maken dat op een heel korte periode het aantal dieselwagens in onze vloot pijlsnel is gedaald, van meer dan zeventig procent naar amper vijftien procent in de loop van dit jaar. Die evolutie is wellicht versneld binnen onze organisatie omdat we de wagens al na één jaar inruilen. Wij stellen ons ook vragen bij sommige politieke keuzes. Zo steunt Europa veel te eenzijdig de elektrische wagens zonder zich af te vragen of daar ook wel groene stroom voor is. In Polen, met zijn vele steenkoolcentrales, is dat alvast niet het geval.

Belgische regering strenger voor bedrijfswagens

Michel Willems: Het klopt wel dat er op de lange termijn nog niets vastligt, maar er bestaat wel fiscale wetgeving met een duidelijke doelstelling tot het jaar 2020. Dat is al over twee jaar, maar in de tussentijd biedt dat toch houvast. De Belgische regering wil een duurzame mobiliteit en zal strenger zijn voor bedrijfswagens door de modellen met een hogere uitstoot zwaarder te belasten. De basis van die belasting vormt de nieuwe worldwide harmonised light vehicle test procedure (WLTP),die voor de meeste merken en modellen leidt tot een fors hogere vastgestelde uitstoot van CO2 dan bij de vorige testnorm (NEDC 1.0). In de fiscale formules wordt zeker tot 2020 een tussennorm gehanteerd, de zogenoemde NEDC 2.0-norm, die toch nog verhogingen tussen zeven en vijftien procent laat optekenen. Daarbij komt nog de verhoging van de accijns op diesel, waardoor het prijsverschil met benzine nu volledig weggewerkt is. De invoering van de WLTP-norm leidt op dit ogenblik ook tot een leveringsstop voor sommige modellen. Anderzijds kunnen de constructeurs niet volgen met de productie van benzinewagens. Christine Plasmans: Ook de import ondervindt grote hinder. De terminals in Antwerpen en Zeebrugge staan vol met auto’s. Schepen die Mazda’s aanvoeren uit de fabrieken van Japan of Mexico moeten soms een week wachten vooraleer ze aan de beurt zijn om te lossen.

Einde van de dieselmotor?

Michel Willems: We zien nu een zeer sterke daling van de verkoop van wagens met dieselmotoren, maar je mag die brandstof toch nog niet afschrijven. De constructeurs moeten vanaf 2021 volledig voldoen aan strenge voorwaarden op het vlak van CO2-uitstoot van hun volledige vloot aan verkochte wagens (max. 95 gram). Bij overschrijding gelden belangrijke boetes. Een eerste fase start in 2020. Omdat het aandeel van benzinemotoren nu sterk stijgt, én omdat de CO2-uitstoot van benzinemotoren hoger ligt dan van diesel, halen de constructeurs die norm wellicht niet. De constructeurs zijn nu gedwongen om die dieselmotor toch weer te promoten in een markt die er niet van wil weten. Daarbij moeten ze hopen op nieuwe technologische vindingen. Zo zal Bosch binnenkort een nieuwe zuivering van de uitlaatgassen lanceren die dieselmotoren zelfs beter laat scoren dan benzine.

Christine Plasmans: Ook Mazda komt op dat vlak met een vernieuwing. Dat zal een verbeterde benzinemotor zijn, die het lage verbruik en bijbehorende uitstootwaarden van een dieselwagen kan halen. Dankzij die Skyactive X-motoren zullen we ook een alternatief voor de elektrische wagens bieden, bijvoorbeeld in markten als Nederland of Noorwegen. In dat laatste land maken elektrische wagens intussen de helft van de markt uit.

Cash for cars of mobiliteitsbudget?

Karl Abelshausen: Bij Telenet is er ook een optie voor het zogenaamde cash for cars. Ikzelf zal ook gebruik maken van die mogelijkheid. Dat doe ik enerzijds om aan den lijve de impact ervan te ondervinden. De maatregel houdt in dat ik mijn leasingbudget niet gebruik voor een bedrijfswagen, maar dat ik het geld zelf in handen krijg om zo eigenhandig te beslissen hoe ik mijn mobiliteit organiseer. Ik zal daarmee zelf een auto kopen. Als autoliefhebber kan ik nu precies het model kiezen dat ik wil, ook al staat het niet op de lijst met bedrijfswagens. Het geeft ook de mogelijkheid om mobiliteit binnen het gezin zelf te bepalen. Wil ik mijn budget ook investeren in een fiets, treintickets etc. dan heb ik nu ook die optie. Ik hoef die bedrijfswagen niet te nemen. Verder zijn er geen verplichtingen of voorwaarden.
Uit eerste vergelijkingen maak ik op dat cash for cars financieel niet voordeliger zal zijn. Het verklaart wellicht waarom de maatregel niet populair is.

Michel Willems: Dat zal dus anders zijn voor het veelbesproken mobiliteitsbudget, dat het parlement nu nog bespreekt. Volgens de huidige teksten zou de werknemer de mogelijkheid hebben om zijn huidige wagen in te ruilen tegen een kleiner en milieuvriendelijker voertuig (max. 95 gram CO2) en om daarnaast een deel van het budget te gebruiken voor duurzame mobiliteit, de zogenoemde tweede pijler. Deze tweede pijler is vrij ruim: zachte mobiliteit met daarin alle soorten fi etsen, openbaar vervoer (geen vliegtuigtickets), collectief vervoer en oplossingen met deelfi etsen en -auto's. De tweede pijler kan ook dienen voor het huren of afb etalen van een woning binnen een straal van vijf kilometer van de werkplek van de werknemer. Werkgevers kiezen zelf of ze eraan deelnemen of niet. En werknemers hebben de optie om er al dan niet in mee te gaan. CHristine PlasMans: Mazda zal niet deelnemen aan die systemen. We hebben een eigen oplossing uitgewerkt voor de medewerkers die geen recht hebben op een bedrijfswagen. Voor hen voorzien we nu in een budget dat ze zelf kunnen besteden aan het leasen van een wagen, een tankkaart of ze krijgen de kans om te sparen om zo de verzekering, de inschrijvingstaks of andere kosten te betalen. Dat wordt belast als een voordeel in natura.

Financieel proces blijft manueel

Christine Plasmans: Die snelle wijzigingen in de wetgeving maken dat we op de financiële afdeling niet de moeite doen om de verwerking volledig te automatiseren. We voegen hier en daar een veld toe in ons SAP systeem, maar het gros van het werk gebeurt manueel.

Michel Willems: De invoering van het mobiliteitsbudget zal toch veel extra administratie meebrengen. Volgens mij maken organisaties zich er te gemakkelijk vanaf. Zeker wanneer er nieuwe aandrijvingen in de vloot komen, is het nodig om een grondige nacalculatie te doen. Zo blijkt bijvoorbeeld het verbruik van elektrische auto’s veel hoger te liggen wanneer die snel rijden. Misschien is het dan goed om het gedrag van de chauff eurs te wijzigen met rijcursussen. Ik merk ook dat bedrijven geld laten liggen door te snel te kiezen voor de goedkoopste leaseprijs. We weten intussen dat een hogere leaseprijs bij duurdere modellen vaak fiscaal gerecupereerd kan worden bij een juiste berekening vooraf van de total cost of ownership. Dat is heel belangrijk in de optiek van de bedrijfswagen als beloning. Bedrijven willen hun medewerkers tevreden houden met een mooie wagen.

Bedrijven laten geld liggen door te snel te kiezen voor de goedkoopste leaseprijs

Christine PlasMans: We blijven zoeken naar het evenwicht tussen voldoen aan de vragen van onze medewerkers en het beheersen van de kosten. Soms moet je dan wel neen kunnen zeggen. Uiteindelijk komt alles neer op een vaste lijst waaruit medewerkers een bedrijfswagen kiezen. De samenstelling daarvan gebeurt door fi nance en hr samen.

Karl Abelshausen: Wij herzien onze lijst geregeld om ons aan te passen aan een veranderende omgeving. Medewerkers kunnen daaruit kiezen en moeten rekening houden met het totale budget. We zien dat de CO2-uitstoot een groot effect heeft op die keuze. De hybride BMW3 krijgt meer aantrekkingskracht en dat wordt nog ondersteund door de goede herverkoopwaarde.

Ronde tafel autofiscaliteit Vlnr: Karl Abelshausen, Michel Willems, Peter Ooms