Privacyverklaring
Made in Belgium: reshoring zit in de lift
Tekst
Lieven Desmet
Beeld
Tom Vanlaere

Made in Belgium: reshoring zit in de lift

15 april 2023
Onze onafhankelijkheid heeft ons gedurende de covidcrisis sterk geholpen
Sinds Covid-19 en de geopolitieke spanningen in Oekraïne steekt het fenomeen ‘reshoring’ de kop op. Verschillende bedrijven halen hun productie terug uit lagelonenlanden en produceren in eigen land. FDmagazine praatte met pioniers en debutanten. Eén ding hebben ze gemeen: het effect van ‘Made in Belgium’ is positief.

Sinds Covid-19 en de spanningen in Oekraïne steekt het fenomeen ‘reshoring’ de kop op. FDmagazine praatte met pioniers en debutanten van Made in Belgium.

Reshoren is het terugbrengen van bedrijven die Europa of Amerika verlieten voor kostenredenen, maar blijven focussen op de Europese of Amerikaanse markt, doceert professor Rudy Aernoudt in een recente column voor FDmagazine. Als hoofdeconoom bij de Europese Commissie en professor economie aan de universiteiten van Gent en Nancy, is Rudy Aernoudt al langer pleitbezorger van een shift in ons industrieel beleid. “De doelgroep van reshoring zijn de veertig procent bedrijven die tussen 2000 en 2010 Europa verlieten op zoek naar goedkope arbeidskrachten. Op die manier gingen 3,5 miljoen jobs verloren in Europa”, luidt het.

Circulair gebruik

Hard cijfermateriaal voor onze contreien is er niet, maar we kunnen stellen dat het fenomeen nog relatief marginaal is in de EU. Naar schatting zijn 350 Belgische bedrijven actief in China alleen. De de-industrialisering van Europa hoeft evenwel geen vaststaand gegeven te zijn. Getuige HDM, een fabrikant en distributeur van hout-, PVC- en SPC-producten voor de doe-het-zelf- en de professionele markt in Europa. HDM pompt tien miljoen euro in een investeringsplan dat loopt tot 2024.

Het bedrijf uit Peer gaat voortaan zelf SPC produceren, en dat niet langer uit China halen. SPC staat voor Stone Polymer Composite, een innovatief materiaal dat voor 75 procent bestaat uit kalksteen en voor 23 procent uit PVC. “SPC is waterbestendig, brandwerend en volledig recycleerbaar. Hiermee zetten we een grote stap richting circulair gebruik van materialen”, zegt ceo Kees Tempelaars. HDM wordt daarmee de eerste West-Europese producent van het innovatieve materiaal. “We zijn pioniers”, zegt de ceo. “Sinds november 2022 draait de eerste productielijn, tegen de zomer van dit jaar moet de tweede lijn operationeel zijn.” Het einddoel is vier productielijnen.

Toegevoegde waarde

Ook touwenproducent Corbeo haalt productie uit Azië naar ons land. Ceo Wilfried Baeten nam in 2015 het toenmalige Ledent Touw over, samen met zijn echtgenote Silvie Goeminne. “Dat er reeds een prille eigen productie aanwezig was, is voor ons de trigger geweest om de firma Ledent Touw over te nemen”, zegt Wilfried Baeten. Hij merkte dat er de afgelopen tien jaar grote druk kwam op de supplychain, en dat de producenten uit Azië zich ook rechtstreeks tot Europese afnemers gingen richten. “Het was dus snel duidelijk dat de zuivere tradingbusiness een eindig verhaal is”, zegt Wilfried Baeten.

“Vanuit de filosofie dat we onze toegevoegde waarde moeten bewijzen, werkten we een stappenplan uit. De verhuis van producten is ingegeven door de visie om de toegevoegde waarde te verhogen. Daarvoor zijn er in eerste instantie – reeds in 2018 – berekeningen gebeurd die voor een aantal touwsoorten aantonen dat de lokale productie aan dezelfde kostprijs als import kan gebeuren.” Het ging op dat moment om de hoogwaardige materialen in dikkere diameters (polyamidetouw). “Zelfs bij een gelijke kostprijs besparen we in werkkapitaal. Op die manier zijn er sinds 2018 talrijke items ‘teruggehaald’, in eerste instantie voor onze eigen merken. Door de schaal krijg je een kostprijs die uiteindelijk lager ligt dan de importkost, waardoor we nu ook een concurrentieel aanbod hebben als private-labelproducent.”

Grondig plan van aanpak

Terwijl HDM en Corbeo getuigen zijn van een recente reshoring, geldt E.D. & A. als een voorloper. Tien jaar geleden al haalde het zijn productie terug uit Oost-Europa en Azië en sindsdien werkt het bedrijf vanuit Kalmthout. E.D. & A. doet misschien niet meteen een bel rinkelen, toch is de kans groot dat u thuis producten heeft met onderdelen van dit bedrijf. Het ontwikkelt, test en produceert elektronische besturingen voor machines en apparaten. Deze custom-made elektronica vormt het hart van uiteenlopende machines en apparaten, zoals industriële wasmachines, ventilatiesystemen of dampkappen.

Het bedrijf werd in 1981 opgericht door de vader van huidig managing director Gert D’Handschotter. Het opereert in een typische b2b-markt, die vaak met subcontractors werkt. “We merkten in de nasleep van de bankencrisis, in 2008, dat verschillende van die subcontractors er niet florissant voorstonden. Tegelijk waren we sterk aan het groeien. We wilden niet afhankelijk worden van hen”, zegt Gert D’Handschotter. Het plan om die activiteiten in eigen hand te nemen, was geboren. “We zijn niet over één nacht ijs gegaan natuurlijk”, glimlacht de bedrijfsleider. “We stelden een plan van aanpak op, maakten analyses van welk type machines we nodig hadden en zetten andere stappen die daarvoor nodig waren.” In 2012 startte E.D.&A. een eigen elektronicaproductie in Kalmthout.

Slim geïnvesteerd

De verwachtingen van de bedrijfsleiders over reshoring zijn ingelost, zo blijkt. Gert D’Handschotter: “Ja, het is een goede zaak gebleken. Het zorgde voor een verbetering van zowel de kwaliteit, de flexibiliteit, de kosten als de interne doorlooptijden.” Het investeringsbudget bedroeg zo’n 1,3 miljoen euro, wat op een omzet van 7 miljoen euro substantieel is, maar de reshoring legde het bedrijf geen windeieren. De omzet bedraagt vandaag 30 miljoen euro, de totale tewerkstelling groeide de afgelopen tien jaar van 30 werknemers naar 110.

“We hebben slim geïnvesteerd in onder meer de verdere automatisering van ons productieapparaat, waarbij we repetitieve taken uit handen nemen. Tegelijk hebben we nood aan de juiste medewerkers. Beide gaan hand in hand”, zegt Gert D’Handschotter. “In die zin is de loonkost onze bondgenoot. Ik zie bij collega’s die in de lagelonenlanden produceren minder de noodzaak tot automatisatie, wat de kwaliteit en doorlooptijd niet ten goede komt. Door de lage loonkost zijn ze minder geneigd om daarover na te denken.”

Productiviteitswinst compenseert loonkostenkloof

Rudy Aernoudt ziet automatisatie versus loonkost inderdaad als een deel van het antwoord. De salarissen in China stegen de laatste tien jaar met gemiddeld vijftien procent. Daarmee is de kloof tussen de Chinese en Europese loonkosten verkleind, maar niet gedicht. De loonkost in China bedraagt nu ongeveer 7 dollar per uur, tegenover 40 tot 42 dollar in landen zoals België, Duitsland of Frankrijk. “Als je je alleen focust op loonkosten moeten de Belgische bedrijven zesmaal productiever zijn”, aldus Rudy Aernoudt. “Maar loonkost is slechts een van de kostprijsfactoren, die bovendien steeds aan belang verliest door verregaande robotisering en digitalisering. Productiviteitswinst compenseert dus de loonkostenkloof.”

Dat beaamt Wilfried Baeten. “Er is bij Corbeo een shift in personeel: door digitalisatie is er geen toename bij de administratieve diensten, maar in productie werken we sinds 2020 in twee shifts, met beduidend meer personeel. Sinds de overname is de omzet van het bedrijf met vijftig procent toegenomen en de toegevoegde waarde met honderd procent. We zijn nu veel beter bestand tegen schokken als aanvoerproblemen, maar ook economische terugval of plotse piekvragen. We zijn een veel flexibelere organisatie. Ook het klantenbestand is duidelijk internationaler geworden, vooral voor de artikelgroepen waarvan de toegevoegde waarde het hoogst is.”

Milieubewustzijn

Om te weten of reshoring interessant is, moet je kijken naar de total cost of operation (TCO), analyseert Rudy Aernoudt. Dit omhelst heel wat factoren, inclusief leveringstijd, kwaliteit en consumententevredenheid. De Covid-19-crisis en het conflict in Oekraïne leiden tot problemen inzake tijdige toelevering. “Het is dan ook niet verwonderlijk dat de belangrijkste reden voor bedrijven om te reshoren te maken heeft met leveringstermijnen. Naast termijn is ook de kwaliteit essentieel. Om goederen te verschepen, zijn de logistieke kosten, hoewel volatiel, sterk toegenomen. Verder begrijpt de consument niet, in tijden van milieubewustzijn, waarom goederen moeten worden geproduceerd aan de andere kant van de wereld terwijl de consument zich in België, Frankrijk of Duitsland bevindt, waar trouwens vroeger de productie gebeurde”, schrijft Rudy Aernoudt nog.

Geen leverproblemen tijdens covidcrisis

Ook Wilfried Baeten verwijst onder meer naar het logistieke en het milieuaspect. “Enerzijds hebben we nu een bedrijf dat nog veel meer stabiliteit op de lange termijn geeft. De instapdrempel voor eventuele concurrenten is verhoogd. Tegelijk merken we dat we van invoerder en distributeur voor België geëvolueerd zijn naar producent en nu ook exporteur naar andere Europese landen. Dit was met een zuivere sourcingstrategie onmogelijk, omdat je weinig tot geen voordelen kan bieden ten opzichte van een lokale invoerder in de buurlanden.

Een nieuwe verpakkingslijn laat toe om ook accessoires in Zele te verpakken in een duurzame en recycleerbare verpakking, in plaats van deze in blisterverpakking in te voeren uit het Verre Oosten. Alleen al de verminderde containertrafiek hiervan laat ons toe vier ton CO2 per jaar te besparen. Het grote voordeel is ook dat we nu veel minder afhankelijk zijn van specifieke toeleveranciers. Als de goederen verpakt toekomen, zit veel van de knowhow bij de vaste leverancier. Nu sourcen we nog steeds grondstoffen of halffabrikaten, maar kunnen we veel gemakkelijker meerdere bronnen tegelijk gebruiken. Dankzij onze onafhankelijkheid hadden we tijdens de covidcrisis haast geen leverproblemen.”

Kees Tempelaars, die in 2017 zijn Duitse partner uitkocht, en daarna met HDM van koers veranderde, ziet nog een ander gegeven. “In China zijn de bedrijven niet innovatief en maken ze enkel gestandaardiseerde vloerbekleding. Bovendien is de supplychain een ramp.”

Reshoring en de rol van de overheid

Bedrijven terugbrengen is maatwerk, waarschuwt Rudy Aernoudt. Voor ieder bedrijf zijn de in te vullen noden anders. Het gaat meestal over concrete zaken. “Alle studies tonen aan dat de overheid het verschil kan maken en het reshoringfenomeen kan versnellen door een tailormade industriebeleid 4.0 te voeren. Momenteel is daar geen of weinig beleid rond in België, in tegenstelling tot de ons omringende landen. Jammer, want dergelijk beleid is good value for public money.”

Ann Schepers, cfo bij HDM, glimlacht. De uitvoering van de productieplannen van het bedrijf zaten in de eindfase toen Covid-19 losbrak, waarna de banken op de rem gingen staan. “Ze wisten niet wat er ging gebeuren”, vertelt ze. “Bovendien konden de banken niet goed inschatten wat productie voor een bedrijf als HDM betekende. We waren een groothandelsbedrijf. Het businessplan en de bijhorende risico’s kenden ze, maar nu zouden we een productiebedrijf worden in een nieuwe marktomgeving.” De cfo klopte aan bij PMV, dat wel oren had naar het duurzame transformatieplan van het bedrijf. De Vlaamse investeringsmaatschappij kwam opzetten met een achtergestelde lening, wat de banken mee over de streep trok. De steun van PMV, dat voor 550.000 euro in het project stapt (vijftig procent van de eerste fase van de financiering van 1,1 mio euro), en een transformatiesubsidie van 650.000 euro van de Vlaamse minister van Economie Jo Brouns (CD&V) zijn daarom fikse opstekers.

“Het getuigt van geloof in onze plannen”, zegt Ann Schepers. De bijkomende tewerkstelling ondersteunt dat geloof. HDM groeit van veertig naar tachtig medewerkers eens de vier lijnen operationeel zijn. Nu al zijn er 56 personen aan de slag. Daarnaast is het circulaire karakter van de productie een bijkomend argument. Ann Schepers: “De overheid kan het ‘Made in Belgium’-label van onze maakindustrie mee ondersteunen, door bijvoorbeeld dezelfde strenge eisen rond duurzaamheid op te leggen aan goedkope import uit het buitenland of dichter bij huis te zorgen voor een ondernemersvriendelijk beleid rond omgevingsvergunningen”, klinkt het nog.

Blijf lokaal mee evolueren

“De wereld staat niet stil en ook de fabrieken in het Verre Oosten evolueren”, merkt Wilfried Baeten van Corbeo op. “Wij moeten dus lokaal mee blijven evolueren om de businesscase positief te houden. Wij merken echter hoe snel aankopers de supplychainproblemen en roep naar reshoring vergeten zijn en opnieuw de laagste prijs als enige element laten primeren. Een uitdaging daarbij is dat je de productprijs niet los kan zien van de kostprijs van werkkapitaal en de kostprijs van de klimaatimpact.”

Leer van elkaar

Voor collega-bedrijfsleiders die nadenken over reshoring, geeft Gert D’Handschotter van E.D. & A. de gouden raad om door de muren van hun sector of kantoor te breken. “Praat met anderen en leer van elkaar.” En vooral, wacht niet op de anderen. “Verwacht niets van iemand anders, je moet het zelf doen omdat je erin gelooft. Wij zouden nooit staan waar we vandaag staan zonder de reshoring.”