Privacyverklaring
Herman Van Steenstraeten Herman Van Steenstraeten, Cfo Vandemoortele
Tekst
Peter Ooms
Beeld
Juan Wyns

Raad van bestuur geeft mandaat voor duurzame investeringen

5 april 2023
Raad van bestuur geeft mandaat voor duurzame investeringen
Familiebedrijf Vandemoortele geeft vol gas om de duurzaamheid van de organisatie te verhogen. Een eerste mijlpaal is de award die het bedrijf kreeg voor zijn geïntegreerde jaarrapport. Cfo Herman Van Steenstraeten werkt aan de vernieuwde doelstellingen, samen met Marc Croonen (chief hr, sustainability & communication) en Aurélie Comhaire (group sustainability manager).

Familiebedrijf Vandemoortele geeft vol gas om de duurzaamheid van de organisatie te verhogen. Een eerste mijlpaal is de award die het bedrijf kreeg voor zijn geïntegreerde jaarrapport. Cfo Herman Van Steenstraeten werkt aan de vernieuwde doelstellingen, samen met Marc Croonen (chief hr, sustainability & communication) en Aurélie Comhaire (group sustainability manager).

Wat is de strategie van Vandemoortele en hoe helpt u als cfo om die doelstellingen waar te maken?

Herman Van Steenstraeten: Vandemoortele is van oudsher bekend als fabrikant van oliën en margarines. Die markt staat al een tijd onder druk door de trend om minder vet te eten. De groep heeft ook een divisie bakkerijproducten en die groeit snel. In beide departementen mikken we op de volledige markt: consumenten, professionele keukens en bakkers, en de industrie. Dat doen we met eigen merken en huismerken.

Het doel van de onderneming is om in elke regio waar we aanwezig zijn bij de twee grootste te horen. Op die manier zijn we een bepalende factor in de markt. Daarvoor is het nodig om voortdurend te groeien, zowel organisch als met overnames. Voor de mature sector van oliën en margarines zien we onszelf als een consolidator. Er is ook nog potentieel om te groeien door onze productinnovatie op het vlak van plantaardige producten. Ook in de sector bakkerijproducten mikken we op voortdurende vernieuwing, vooral dan in de productcategorieën met meer toegevoegde waarde, zoals viennoiserie, donuts en dergelijke.

Vandemoortele is vandaag volledig in handen van de familie. Financieel staat het bedrijf heel sterk, onder meer dankzij een zeer lage schuldgraad. Dat geeft ons de mogelijkheid om extra financiering aan te spreken mochten er zich opportuniteiten voordoen.

Hoe past duurzaamheid in de strategie?

Marc Croonen: Vandemoortele heeft de ambitie om op een duurzame manier te groeien, met oog voor people, planet & profit. De duurzaamheidsstrategie vertaalt zich in veel aspecten van de algemene strategie: producten, diensten, kanalen, governance ... Vanuit een productperspectief focussen we in de divisie oliën en margarine op de groei van de plantaardige producten en innovaties op dit vlak, duurzame of minder verpakkingen, enzovoort. In de bakkerijdivisie richten wij ons op het gezonder maken van onze producten, bijvoorbeeld door zout en suikers te verminderen. In onze productievestigingen verminderen wij onze CO2-voetafdruk en ons water- en energieverbruik. Tegelijk voeren we de strijd om de hoeveelheid voedselafval tegen te gaan.

Marc Croonen geeft een presentatie op de CFOconferenz over de aanpak van Vandemoortele.

Vanuit sociaal oogpunt streven wij naar een veilige, inclusieve werkplek waar mensen zich persoonlijk en professioneel kunnen ontplooien en waar de lonen eerlijk zijn. Op het bestuurlijke niveau streven wij naar de hoogste ethische standaard, met inachtneming van de UN Global Compact-principes, en naar grote transparantie.

Duurzaamheid wordt geleidelijk ook een intrinsiek onderdeel van onze commerciële strategie en geeft ons een concurrentievoordeel. Het is voor ons een manier om ons te onderscheiden van de concurrentie. Dat doen we door kwalitatief goede producten aan te bieden, met de juiste service, en voorop te lopen bij het bieden van duurzame oplossingen voor onze klanten, zodat zij zich kunnen onderscheiden ten opzichte van de consument.

En is dat ook zo? Zijn jullie duurzamer dan de concurrentie?

Aurélie Comhaire: Dat hebben we inderdaad onderzocht en onze doelstellingen liggen in het algemeen hoger dan die van onze naaste concurrenten, alhoewel we nu nog niet op elke aspect de top bereiken. Daar blijft nog werk aan de winkel. Vergelijken is ook niet makkelijk als je weet dat elke distributieketen zijn eigen focus legt. Colruyt heeft zijn Eco-score met aandacht voor de verpakking, Delhaize heeft een Nutri-Score over voedingswaarde. Het komt erop aan om zelf de juiste thema’s aan te pakken, die dan ook een impact hebben bij de klanten en consumenten.

Aurélie Comhaire (Copyright: Juan Wyns)

Hoe maak je die keuze, want er zijn zoveel aspecten aan duurzaamheid?

Aurélie Comhaire: Daarvoor hebben we een materialiteitsstudie uitgevoerd. Zo kan je de verschillende thema’s in een matrix bij elkaar brengen en ze beoordelen in functie van het belang voor de externe stakeholders én voor Vandemoortele. In de praktijk komt het erop neer dat in de rechterbovenhoek van de matrix de thema’s staan die belangrijk zijn voor ons én de externe stakeholders. We hebben de matrix ingevuld aan de hand van een resem bevragingen bij de medewerkers, maar ook bij externe partijen zoals klanten, distributeurs, leveranciers, ngo’s (waaronder WWF) en universiteiten met veel expertise ter zake. De resultaten hebben we besproken in interne workshops en vergaderingen om zo onze prioriteiten vast te leggen.

We hebben de knoop doorgehakt en vijf thema’s krijgen de grootste aandacht: aankoop, klimaat, verpakking, gezondheid & voeding en producttransparantie. Daarnaast hebben we aandacht voor een reeks andere topics. Achterliggend houden we alle duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) in het oog, maar we vatten onze duurzaamheidsstrategie samen in drie doelstellingen: balanced nutrition, protecting nature en enhancing lives. Die thema’s overkoepelen 48 doelstellingen en kpi’s, die we van nabij opvolgen.

Wat is de rol van finance in die materialiteitsstudie?

Herman Van Steenstraeten: Ik kan je verzekeren dat deze oefening tot stevige discussies heeft geleid in het uitvoerend comité. Dat is ook logisch: duurzaamheid komt nu naar voor als een extra parameter waarmee we rekening moeten houden, naast kosten, marge, investeringen, enzovoort. Marc Croonen en zijn departement nemen op dit vlak het voortouw en doen er alles aan om de organisatie te overtuigen van het belang van duurzaamheid. Andere departementen geven dan weer tegengas. Dat is ook perfect verstaanbaar, omdat zij de jaren daarvoor in de eerste plaats werden afgerekend op het operationele en financiële resultaat. Die rendabiliteit zou in het gedrang kunnen komen als er veel geld en tijd gaat naar duurzaamheid. Tegelijk rekenen we erop dat onze merken aantrekkelijker worden door onze inspanningen rond duurzaamheid.

In de praktijk neem ik als cfo een middenpositie in, want duurzaamheid is ook voor de financiële afdeling een belangrijke doelstelling. In een groeibedrijf als Vandemoortele is een vlotte toegang tot financiering van cruciaal belang. Nu al horen we van de banken dat ze cijfers en rapporten willen zien over onze prestaties op het vlak van duurzaamheid. Zij waarschuwen ons dat zij die eisen alleen maar strenger zullen maken in de toekomst. Ik waak er nu over dat alle nieuwe investeringen duurzaam genoeg zijn. Dat past in een transitie waarin we jaar na jaar beter scoren op de verschillende kpi’s die we hebben bepaald. In de nabije toekomst zullen we klaar zijn om op die manier groene financieringen af te sluiten. Vorig jaar waren we nog niet zover en dus hebben we een klassieke subordinated loan afgesloten.

Vorig jaar heeft Vandemoortele voor het eerst een geïntegreerd jaarrapport gepubliceerd met daarin de financiële en duurzaamheidscijfers. Daar heeft het meteen een award voor ontvangen. Hoe is de samenstelling van dat document verlopen en hoe zal dat verder evolueren?

Marc Croonen: Dat was een zware bevalling. Het was de eerste keer dat we geïntegreerd rapporteerden. In de organisatie heerste vorig jaar nog onduidelijkheid over de Europese richtlijnen zoals de EU Taxonomy en de gloednieuwe CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive). Nu we dat eerste rapport hebben gerealiseerd, staan we een stuk sterker en de volgende editie zal heel wat vlotter gaan.

Aurélie Comhaire: De duurzaamheidscijfers kennen nog niet de maturiteit van de financiële resultaten. Heel wat data worden nog manueel verzameld door collega’s in de verschillende locaties. Het gaat om zeer veel verschillende kpi’s, die we vaak nog in rekenbladen samenbrengen.

Herman Van Steenstraeten: Ik moet eerlijk zeggen dat ik zelf nog een leek was op het gebied van duurzaamheid toen we hieraan begonnen. Ik heb dus flink moeten studeren. De financiële afdeling heeft wel de expertise op het vlak van rapportering. We waren al een tijd aan het werk om onze rapportering te automatiseren aan de hand van de software Power BI. Wij gebruiken dat instrument om de financiële en operationele gegevens bij elkaar te brengen op een automatische manier. Het gaat daar ook over data die op verschillende systemen worden beheerd. Die expertise zullen we nog meer gaan gebruiken voor de duurzaamheidsgegevens.

Het heeft ook veel te maken met de afspraken die je maakt met de verschillende verantwoordelijken in de organisatie over de kwaliteit en de timing van de data. We willen dat één kpi – bijvoorbeeld CO2-uitstoot, waterverbruik of afval – in alle vestigingen op dezelfde manier wordt gemeten en aan ons gecommuniceerd.

Is er een verschil in aanpak tussen de financiële afdeling en de andere departementen?

Herman Van Steenstraeten: Een ander aspect van de publicatie van een geïntegreerd rapport is dat er absolute deadlines gelden. De financiële regelgever vraagt om tegen een bepaalde datum de financiële resultaten bekend te maken. Nu moeten ook de duurzaamheidscijfers dat ritme volgen. De verschillende afdelingen zijn naar elkaar gegroeid: de financiële dienst, de duurzaamheidsafdeling en het juridische departement. De aparte teams zijn intussen één team geworden, rond één concept, één look & feel en één einddatum met dezelfde retroplanning.

Marc Croonen: Dat hoort bij de verdere professionalisering, die niet alleen nodig is voor de rapportering, maar ook voor het effectief beheren en verbeteren van die parameters. Vandemoortele onderschrijft bijvoorbeeld de science based targets en daarvoor is het noodzakelijk om perfect te weten wat de uitstoot is van CO2, het verbruik van gas, enzovoort. Eens je die cijfers kent, kan je gaan beheren én verbeteren. Dat is ons commitment: we meten om te managen, om onze doelstellingen te bereiken en resultaten te boeken.

Hoe staat het dan bijvoorbeeld met de reductie van CO2 bij Vandemoortele?

Herman Van Steenstraeten: We gebruiken al twee jaar alleen nog groene elektriciteit. Dat is al een hele stap. Bovendien hebben we een investeringsplan voor bijkomende windmolens en zonnepanelen. Voor Vandemoortele is het reduceren van het gasverbruik een van de moeilijkste vraagstukken. We gebruiken bijvoorbeeld nogal wat aardgas in de ovens van onze bakkerijen. Daarvoor bestaat nu nog geen volwaardig alternatief. We kunnen de milieu-impact enigszins reduceren door biogas te gebruiken, maar ook dan stoten we nog CO2 uit. Dat maakt dat we enerzijds uitkijken naar technische alternatieven om die gasovens te vervangen, anderzijds kunnen we alleen maar de transitie aangaan en geleidelijk het gasverbruik verminderen. Dit is een zeer belangrijk thema voor ons, dat we van nabij opvolgen. We weten nu nog niet wat de definitieve oplossing is om tegen 2050 zonder CO2 te produceren.

Marc Croonen: We weten wel dat de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis de geesten verder hebben geopend voor die problematiek. Nu de kosten oplopen, is iedereen bezig met het beperken van het energieverbruik.

Hoe duurzaam is Vandemoortele nog als de hoge inflatie aanhoudt? Of de loonkosten blijven stijgen? Als het conflict in Oekraïne blijft duren?

Marc Croonen: Werken aan duurzaamheid was en is altijd complex en uitdagend. Om voedselverspilling tegen te gaan, heb je goede verpakkingen nodig, maar tegelijk willen we het gebruik van plastic verminderen. Om voor groene stroom te zorgen, bouwen we windmolens, maar windmolens zijn niet populair waar je ze neerzet. Ik denk dat de huidige crisissen na covid en Oekraïne onze inzet voor duurzaamheid hebben versterkt. Tijdens covid waren we proactiever op het gebied van gezondheid en veiligheid dan andere organisaties, door vroegtijdig maskers te verstrekken, hybride te werken ... D

oor de crisissituatie in Oekraïne versterken we onze partnerschappen met leveranciers en integreren we duurzaamheid nog meer. Toen de inflatie onze werknemers trof, hebben wij spontaan de lonen verhoogd in landen waar de wettelijke of collectieve kaders niet sterk zijn. Deze keuzes hebben ervoor gezorgd dat duurzaamheid nu nog sterker deel uitmaakt van onze cultuur. Een dergelijke evolutie ligt in de lijn van de lange geschiedenis van Vandemoortele: we leren en worden sterker van elke uitdaging die we aangaan.

Herman Van Steenstraeten: De inspanningen komen er ook onder invloed van de raad van bestuur. Daarin zetelen intussen familieleden van de vijfde generatie en zij zijn gevoeliger voor de thematiek van duurzaamheid. Een aantal andere zijn als observator betrokken bij de raad van bestuur. Die jonge mensen zijn veel meer bekommerd over de duurzame thema’s en ze hebben invloed op hun oudere familieleden. De steun van de raad van bestuur maakt ook dat het management een mandaat krijgt om investeringen in duurzaamheid door te voeren binnen een geïntegreerde strategie van financiële rendabiliteit én duurzaamheid.

Vandemoortele

  • Omzet:1,3 miljard euro (2021)
  • Winst: 33 miljoen euro
  • Investeringen: 40 miljoen euro
  • Fabrieken in Europa: 29
  • Europese landen met verkoopkantoren: 12
  • Verkoopkantoren in de VS: 1
  • Export: naar 95 landen
  • Medewerkers: 3.891

Finance

  • Boekhouders: 55
  • Controllers: 30
  • Fiscalisten: 3
  • Thesaurie: 2
  • Consolidatie: 2
  • Business process owners: 3