Privacyverklaring

Consumentenvertrouwen nadert historisch dieptepunt

22 april 2020
Tekst
Peter Ooms

De maandelijkse conjunctuurenquête van de Nationale Bank van België wijst op een ineenstorting van het consumentenvertrouwen in april.

Met de grootste ooit opgetekende verandering op maandbasis (een daling met 17 punten), heeft de vertrouwensindicator een niveau dicht bij zijn historisch dieptepunt bereikt. Het vertrouwensverlies tekent zich af in alle componenten van de indicator, met uitzondering van de spaarvooruitzichten.

Consumentenvertrouwen april 2020
Bron: NBB

De vooruitzichten van de consumenten ten aanzien van de algemene economische situatie en de werkloosheid in België zijn ingestort. Het gaat om de grootste ooit opgetekende daling voor die beide componenten. En het is het laagste ooit bereikte peil voor de economische vooruitzichten.

Op persoonlijk vlak heerst er bij de gezinnen ook grote onrust over het verloop van hun financiële situatie tijdens de komende twaalf maanden. Ook hier gaat het om een historische daling. Hun spaarvooruitzichten blijven daarentegen intact.

Extra vragen over impact covic 19

De NBB voegde bij deze enquête nog twee vragen toe over de impact van covid 19 op het inkomen. Ongeveer 1 gezin op 8 is uiterst kwetsbaar voor de covid-19-crisis. Ze verwachten een inkomensverlies van ten minste 10 % en hebben slechts een kleine spaarbuffer.

Ongeveer drie vierde van de in april ondervraagde personen is van oordeel geen inkomensverlies te lijden, of slechts een verlies van hooguit 10 %. Die groep bestaat voor 55 % uit gepensioneerden, sociale-uitkeringstrekkers, huisvrouwen en - mannen of studenten; de overigen zijn werkenden. Van de respondenten denkt 14 % dat ze tussen 10 en 30 % van hun inkomen verliezen als gevolg van de huidige crisis, terwijl 13 % dat inkomensverlies op meer dan 30 % raamt. In deze groep, die het zwaarst getroffen is, vormen werkenden een overgrote meerderheid.

69 % van de gezinnen beschikt over voldoende spaargeld om hun uitgaven voor levensonderhoud gedurende ten minste 3 maanden te dekken, terwijl 20 % van hen melding maakt van voldoende spaarmiddelen om die uitgaven tussen 1 maand en 3 maanden op te vangen. Eén gezin op 10, daarentegen, beschikt zelfs niet over genoeg spaargeld om voor 1 maand basisuitgaven te verrichten.

Meer in het topic: