Privacyverklaring

De appreciatie van de dollar

12 februari 2023
Tekst
Rudy Aernoudt
Beeld
John Guccione via Pexels

Het jaar 2022 werd gekenmerkt door de invasie van Rusland in Oekraïne. Op economisch vlak leidde dat tot inflatie en rentestijgingen. Maar ook, en dat wordt vaak niet in rekening gebracht, tot een appreciatie van de dollar. FD-columnist professor Rudy Aernoudt licht toe hoe dat komt en wat de gevolgen zijn.

Op 1 januari 2022 was de dollar 0,88 euro waard. Tussen september en november bereikte de dollar, de eerste keer in twintig jaar, pariteit met de euro. Dit betekent een appreciatie van de Amerikaanse munt met twaalf procent. Naar het jaareinde toe verzwakte de dollar, die eind 2022 landde op 0,93 euro. Toch was de koers nog steeds significant hoger dan begin 2022.

Politiek van de Federal Reserve

Wat zijn de redenen voor deze appreciatie? Ten eerste is er natuurlijk de politiek van de Federal Reserve, met een nooit geziene reeks van intrestverhogingen. In maart 2022 was er de eerste verhoging met 0,25 procent om op een rentevoet van 0,25 procent te landen. Zeven verhogingen later, de meeste met 0,75 procent, bedroeg de intrest op 14 december 2022 4,5 procent, of bijna twintig keer hoger (achttien om precies te zijn). De Europese Centrale Bank doet het rustiger aan. Op basis van de laatste verhoging bedraagt de intrestvoet 2,5 procent. Dat is een significant verschil met de dollar, waardoor de dollar aan aantrekkingskracht wint.

De intrestverhogingen kaderen in de strijd tegen de inflatie. Prijsstabiliteit is ons basismandaat, stelt ECB-voorzitster Christine Lagarde. Je kunt je dan wel afvragen waarom de ECB miljarden in de monetaire economie pompte, want dat valt moeilijk te verzoenen met het enige mandaat van prijsstabiliteit.

Verhouding balans tot BBP

Dat brengt ons bij de tweede reden voor de appreciatie. Eind november 2022 bedroeg de voorraad Eurosystem APP-obligaties (Asset Purchase Program) 3.435 miljard euro. De FED heeft een balanstotaal van 8.600 miljard dollar. Het balanstotaal van de Europese Centrale bank is met 8.500 miljard even groot. Dit is veertien maal het bruto binnenlands product van België. Uitgedrukt in verhouding tot het BBP, bedraagt de FED-balans 37 procent (BBP VS is 23 biljoen dollar), terwijl dat voor de ECB (BBP EU is 14,5 biljoen) 59 procent bedraagt. Dat is een merkelijk verschil. Ter illustratie: voor de financiële crisis was dat dertien procent.

Voeg daaraan toe dat de Federal Reserve sneller afbouwt dan de Europese Centrale Bank (‘the lady is not tapering’) en het mag duidelijk zijn waarom de dollar zo sterk presteert. Geldaanbod doet de prijs van het onderliggende goed, in casu de dollar of de euro, immers dalen.

Schuldeneconomie en vlucht in stabiele munten

Ten derde heeft de Oekraïnecrisis ertoe geleid dat beleggers vluchten in meer stabiele munten. Beleggers geven hun posities in Europa, opkomende landen en elders op. Ze zoeken hun toevlucht in activa die genomineerd zijn in Amerikaanse dollar en hebben natuurlijk dollars nodig om ze te kopen. Daardoor stijgt de vraag.

Ten vierde leven we meer en meer in een schuldeneconomie. Schuldeisers verkiezen, vooral in armere landen, om geen muntrisico te nemen. Deze landen kunnen dus niet anders dan in dollar lenen en moeten ook in dollar terugbetalen. De stijgende dollarkoers maakt het duurder voor hen, maar het wakkert de vraag naar dollars verder aan.

Al deze redenen verklaren waarom de dollar zo sterk is en suggereren eveneens waarom die sterke dollar nog wel even kan aanhouden, ondanks de torenhoge publieke schulden van de Verenigde Staten. Het is zoals de Amerikaanse wijsheid zegt: ‘The dollar is our money and your problem’.

Impact op de handel

Ongeveer vijftig procent van de internationale handel wordt uitgedrukt in dollar. Een sterke dollar weegt dan ook zwaar op de internationale handel. Ook belangrijke grondstoffen, zoals olie – niet onbelangrijk in de energiecrisis – worden uitgedrukt in dollar.

Wanneer de dollar in waarde stijgt, wordt invoer duurder (in binnenlandse valuta), maar wordt export relatief goedkoper voor buitenlandse kopers en vice versa.

Daling olieprijs

Je kunt je afvragen waarom de dollar sinds november 2022 daalde. De reden is dezelfde als die waarom de dollar de eerste tien maanden van 2022 steeg, maar dan omgekeerd. De daling van de olieprijs leidt tot een verminderde vraag naar dollars. Bovendien zal dat de inflatieverwachting doen dalen, wat op zijn beurt verdere intreststijgingen overbodig maakt of althans zal temperen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Federal Reserve signalen uitstuurt over de vooruitgang die ze ziet in de strijd tegen de hoge inflatie en daarom het tempo van de renteverhogingen mogelijk wil vertragen. Tezelfdertijd (27 oktober 2022) voerde de Europese Centrale Bank een renteverhoging van 0,75 procent door. Daarmee kwam een einde aan het lange talmen van de ECB. De markt zag dat het nu ook menens was in Frankfurt. De intreststijging – en er zou er nog een volgen in december – verminderde het renteverschil, maar er werd ook gespeculeerd dat dit verschil verder zou afnemen. Het gevolg was dat de dollar aan attractiviteit inboette. Dit alles vertaalde zich in een daling van de dollar ten opzichte van de euro.

Beleidsimplicaties

Sinds Bretton Woods is de dollar niet langer gekoppeld aan de gouden standaard. Wat de waarde van de dollar bepaalt, is dus vertrouwen. ‘In God we trust’, staat te lezen op het groene biljet. Als wij er massaal op vertrouwen dat de dollar de ideale vluchtroute is in turbulente tijden, krijg je een sterke dollar. Vertrouwen heeft te maken met goed beleid, een gezond begrotingsbeleid en het nemen van structurele maatregelen. Geen wonder dat de Belgische overheden zeer laag scoren op de vertrouwensindex. In Europa heeft alleen in Polen de bevolking nog minder vertrouwen in haar regering.

Daarnaast lijkt het mij aangewezen dat de Amerikaanse en Europese Centrale bank hun monetaire beleid meer op elkaar afstemmen. Vooral bij het afbouwen van de geïnflateerde balansen zou het goed zijn het ritme van de tapering te aligneren. Vanuit diezelfde optiek kun je je afvragen waarom het monetaire expansiebeleid én de agressieve intreststijging niet meer op elkaar worden afgestemd. Maar dat is misschien een brug te ver.