Inzichten in de verloning van niet-uitvoerende bestuurders

In samenwerking met Hudson heeft GUBERNA, het Belgische instituut voor bestuurders, een onderzoek uitgevoerd naar de verloning van niet-uitvoerende bestuurders. Naast interessante inzichten, pleiten Liesbeth De Ridder en Sander Berghmans (GUBERNA) voor meer benchmarks en benadrukken ze de nood voor een goede raad van bestuur, dat in kostprijs eigenlijk goed meevalt.

Kleinere bedrijven bieden relatief grote vergoedingen

De verloning van niet-uitvoerende bestuurders verschilt niet veel tussen kleine en middelgrote bedrijven. Toch heerst de perceptie bij bestuurders dat ze enkel bij grote bedrijven een goede verloning kunnen krijgen. Onterecht dus, blijkt uit het onderzoek. “Kleine bedrijven compenseren hun beperktere naamsbekendheid met extra financiële inspanningen om zo interessante profielen aan te trekken”, verklaart Liesbeth. Dit is evenwel een recente evolutie. Een vergelijking met de studie van GUBERNA in 2016 toont dat de vergoedingen bij kleine bedrijven zo goed als verdubbeld is.

Omzet en verloningsstructuur zijn gelinkt aan de verloning

Uit de studie blijkt verder dat de verloning van niet-uitvoerende bestuurders sterker gelinkt is met de omzet van een bedrijf dan factoren zoals het aantal werknemers of totale activa. “Door die grotere omzet is er meer ruimte om de vergoeding te verhogen”, concluderen Liesbeth en Sander hieruit.

Daarnaast ligt de vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders doorgaans het hoogste bij een gecombineerde vorm van verloning. In dit geval is er een vaste jaarlijkse vergoeding en een vergoeding per vergadering. Dit verloningstype is, bij grote bedrijven na, echter een uitzondering.

1 op 3 biedt geen vergoeding aan niet-uitvoerende bestuurders

30% van de bevraagde bedrijven biedt geen vergoeding aan niet-uitvoerende bestuurders. Een hoog cijfer volgens Liesbeth en Sander, die de noodzaak van een goede raad van bestuur bij kleinere bedrijven benadrukken. “Uit onze ervaring is het duidelijk dat succesvolle bedrijven diegene zijn die governance au sérieux nemen”, duidt Liesbeth. “Vooral op onzekere en kwetsbare momenten, zoals een generatieovergang, is dit een belangrijke buffer.”

Ook bij grote bedrijven, waarbij dit een vanzelfsprekendheid zou moeten zijn, biedt 9% geen vergoeding aan niet-uitvoerende bestuurders. Dit toont aan dat goede corporate governance niet per se gelinkt is aan de taille van het bedrijf.

Grote onwetendheid over geschikte vergoedingen

Om goede bestuurders aan te trekken moeten bedrijven inzicht hebben in de concurrentieslag van hun vergoedingen. Toch doet minder dan 10% een benchmarkstudie. Dit resulteert in een duidelijk gebrek aan vertrouwen. Zo leert het onderzoek dat 40% van de bevraagde bedrijven denkt dat hun bestuurders niet competitief betaald worden in vergelijking met hun Belgische peers.

De kostprijs van een raad van bestuur valt mee

Het idee dat een raad van bestuur kostelijk is? Dat valt eigenlijk behoorlijk mee, oordelen Liesbeth en Sander. Ter vergelijking, als klein bedrijf betaal je de prijs van een kleine middenklasse auto voor een degelijke raad van bestuur.

Bovendien liggen de Belgische vergoedingen lager dan in het buitenland. Een studie over de vergoedingen van bestuurders en voorzitters van de raad van bestuur in beursgenoteerde bedrijven in twaalf Europese landen toont aan dat we met onze vergoedingen helemaal onderaan bengelen. “We gaan ervan uit dat we deze parallel kunnen doortrekken voor niet-beursgenoteerde bedrijven’’, duidt Sander.