Privacyverklaring

‘Waterbeheer: maatschappelijke kosten-batenanalyse is noodzakelijk’

11 september 2023
Tekst
Rudy Aernoudt
Beeld
Tom Vanlaere

De beschikbaarheid en kosten van water hebben op brede schaal gevolgen voor de wereldwijde welvaart. Er zijn grote investeringen mee gemoeid. “De vraag is of de klassieke investeringsanalyse toepasbaar is op investeringen voor waterbeheer”, zegt prof. Rudy Aernoudt in zijn analyse naar aanleiding van een FD-dossier over waterbeheer in bedrijven.

Wie waterbeheer onder de loep neemt met de klassieke net present value (NPV)-methode, begint meestal niet aan de investering. De kasstroom gegenereerd door waterinvesteringen is vaak nihil, zodat de NPV negatief wordt en de IRR (internal rate of return) laag of zelfs negatief is. Volgens deze methode is de investering niet aangewezen. De vraag is of de klassieke investeringsanalyse wel toepasbaar is op watermanagementinvesteringen.

Waterinvesteringen hebben betrekking op investeringen verbonden met waterschaarste, overstromingen en voldoende drinkwater. Maar wanneer zijn dergelijke investeringen interessant? De klassieke investeringsanalyse dient hier te worden vervangen door een maatschappelijke kosten-batenanalyse.

Afschrijvingstermijn van vijf à tien jaar

De kosten zijn relatief gemakkelijk in kaart te brengen. Het investeringsbedrag is gekend. Door de gestage technologische evolutie is de afschrijvingsduur iets minder evident. Bovendien maken het nog zeer onstabiele reglementair kader en de voortdurend nieuwe wetgeving het moeilijk om in te schatten hoelang de investering garandeert dat het bedrijf wettelijk conform is. De technologische (r)evolutie en de wettendiarree maken dat je de economische afschrijvingsduur voorzichtigheidshalve beter vrij kort inschat. Een afschrijvingstermijn van 5 à 10 jaar, afhankelijk van het type investering, lijkt het maximum. Het investeringsbedrag, eventueel na aftrek van fiscale stimuli, delen door de afschrijvingstermijn leidt tot de investeringskost (Capex). Daarbij voeg je best de operationele nettokost (Opex). De operationele kost dien je natuurlijk te corrigeren met eventuele efficiëntiewinst. Dat brengt ons bij de baten. En die zijn bij waterinvesteringen meervoudig.

Waterbeheer deel van hr-beleid

Ten eerste is het in de war for talent belangrijk dat een bedrijf duurzaam is. Bedrijven die aan greenwashing doen of zich niets van het milieu aantrekken, zullen het moeilijk hebben talent te behouden en nieuw talent aan te trekken. De eerste vraag die jongeren stellen aan een bedrijf gaat niet over hun salaris, maar over de duurzaamheid van het bedrijf. Een Britse think tank berekende dat jongeren bereid zijn vijftien procent minder te verdienen als het bedrijf waarvoor ze gaan werken duurzaam is. Investeren in waterbeheer is dus eigenlijk deel van het hr-beleid.

Veerkracht belangrijker dan kortetermijnwinst

Ten tweede is waterbeheer belangrijk voor investeerders. Studies tonen aan dat impactrisicokapitaalfondsen het veel gemakkelijker hebben om investeerders te overtuigen om in het fonds in stappen dan niet-impactfondsen. Bepaalde banken rekenen een lagere intrest op investeringen die duurzaam zijn. Ter illustratie: Tiense Suiker kon succesvol zijn duurzame obligatie op de financiële markt plaatsen.

Ten derde maakt duurzaamheid een bedrijf veerkrachtiger. Resilience is in tijden van permanente crisis veel belangrijker dan kortetermijnwinst. Minder afhankelijk worden van water, onder andere door hergebruik: je ziet het in zowat alle bedrijven die investeren in waterbeheer. De breuk in de aanbodketen, veroorzaakt door Covid-19 en het Oekraïne-conflict, hebben de bewustwording van het belang van minder afhankelijkheid van leveranciers versterkt.

Huzarenstukje voor de cfo

Ten slotte zou het goed zijn dat een bedrijf ook de gevolgen in kaart brengt van het scenario waarbij het niet investeert in waterbeheer. Geen enkel van de geïnterviewde bedrijven kan het zich permitteren om niet aan waterbeheer te doen. Dit stelt Bayer nadrukkelijk in het artikel over zijn waterinvesteringen.

Efficiëntiewinst is gemakkelijk te kwantificeren. Maar dat is niet zo gemakkelijk voor de vier opgesomde baten. Vaak is het een huzarenstukje voor de cfo, die de klus dan ook vaak overlaat aan de duurzaamheidsmanager. Methodes van maatschappelijke kosten-batenanalyse zijn hier immers noodzakelijk.

Loyal playing field

Duurzame investeringen zijn niet a priori winstgevend, maar de baten overtreffen meestal ruimschoots de kosten. Op korte termijn kunnen duurzame investeringen echter de concurrentiepositie aantasten. Vandaar dat het belangrijk is dat de reglementering opgelegd aan Europese bedrijven ook geldt voor alle bedrijven die op de Europese markt hun goederen en diensten willen slijten. In het andere geval treedt concurrentievervalsing op, zoals het bedrijf Liebaert terecht opmerkt. Een level playing field heeft slechts zin als alle spelers dezelfde regels moeten respecteren.