Agristo, de snelgroeiende West-Vlaamse aardappelverwerker, heeft haar internationaliseringsplannen kracht bijgezet. In 2026 zal ze haar productiecapaciteit in India verder uitbreiden. Dit past perfect in de strategie van de Indiase overheid, die zich als betrouwbare handelspartner voor Europese bedrijven wil opwerpen. Nele Warnez, CFO van Agristo, licht de uitbreiding van de productie en het geloof in India toe.
Vanaf 2026 zal Agristo haar eerste lijn diepvriesfrieten openen in Bijnor, in India. De uitbreiding gebeurt op dezelfde site waar Agristo in 2022 met een aardappelvlokkenlijn haar eerste fabriek buiten Europa startte. Hiermee wordt de capaciteit van de verwerkte aardappelen van Agristo in het land vervijfvoudigd.
“De productie-uitbreiding past perfect in onze internationaliseringsstrategie. Door lokaal te produceren in India, kunnen we onze risico’s geografisch spreiden én sneller inspelen op de groeiende vraag in Azië”, duidt Nele. Vandaag produceert Agristo in België, Nederland en India, en heeft het sinds kort ook land gekocht in North Dakota in de Verenigde Staten.
Agristo is haar internationale expansie vijf jaar geleden gestart in India via een joint venture. Dit doen ze met Masa Global, een grote speler in de landbouwsector in India. Het grote voordeel van de samenwerking is de markt- en lokale kennis van Masa Global. “Onze partner heeft ons heel goed geholpen om de juiste contacten te leggen met verschillende lokale aardappeltelers”, duidt Nele. “Door het grote cultuurverschil was deze joint venture een goede zet, anders hadden we dit waarschijnlijk te veel bekeken vanuit een Europese bril en zouden we minder snel hebben kunnen schakelen.”
Met de joint venture kon Agristo ook haar risico verkleinen, omdat de kosten van de nieuwe fabriek werden gedeeld. “Als kapitaalintensief bedrijf is de investering in een nieuwe fabriek aanzienlijk en in dit geval hadden we een bijkomend risico aangezien we het land nog niet helemaal kennen”, vertelt Nele.
In tegenstelling tot Agristo’s exportgedreven Europese productie, is vijftig procent van de productie in India voor lokale consumptie. Bovendien gelooft Nele dat de consumptiemarkt in India nog veel zal groeien. “Quick Service Restaurants zoals McDonald’s en Burger King introduceren frieten bij de Indiase consument. Dat creëert ook vraag in de retail.”
Daarnaast stijgt de algemene consumptie in India. “De consumptie per capita in India is vandaag nog heel laag - Indiërs eten gemiddeld minder dan één keer per maand frieten. Maar de middenklasse groeit en wordt rijker”, vertelt Nele. “We verwachten een sterke toename van de binnenlandse vraag en bijgevolg een snelle ontwikkeling van de consumptiemarkt in India.”
De eerste fabriek van Agristo in India produceert aardappelvlokken. Dit was strategisch een bewuste keuze. “Vanuit aardappelefficiëntie is dat niet logisch. We betalen voor de aardappelen die we verwerken, wat normaal via een nevenstroom uit onze frietlijn komt”, zegt Nele. “Maar het was een kleinere investering waarmee we konden testen of productie in India haalbaar was. Tegelijk gaven we de lokale boeren tijd om hun aardappelteelt verder te optimaliseren.”
Nele merkt ondertussen dat Agristo, samen met de lokale boeren, erin slaagt om de landbouweconomie te ontwikkelen. Zo is het aardappelrendement gestegen van tien ton naar 32 ton per hectare. Daarnaast heeft Agristo de juiste mensen gevonden om haar Indiase entiteit te leiden. Daarom kiest Agristo met diepvriesfrieten voor de volgende stap. “Als de frietlijn succesvol is, volgen mogelijk ook aardappelspecialiteiten zoals hash browns”, vertelt Nele. “Dit kan in India, maar ook in andere Aziatische landen plaatsvinden.”
De locatiekeuze voor Bijnor, in het agrarische Uttar Pradesh, is strategisch dicht bij de aardappeltelers gekozen. Maar het brengt ook uitdagingen met zich mee. “Voor hooggeschoolden die met hun gezin moeten verhuizen naar Bijnor, is de stad minder aantrekkelijk”, zegt Nele. “Er zijn beperkingen op vlak van onderwijs, huisvesting en ontspanning. Arbeiders vinden we er wel vlot.”
Het inwerken van Agristo’s organisatiecultuur is een andere uitdaging. “Terwijl Europese werkomgevingen gebouwd zijn op vertrouwen, is er in de Indiase samenleving en werkomgeving heel veel controle”, duidt Nele. “Het is moeilijk om autonomie te creëren op de werkvloer en een leadership team te vormen dat elkaar honderd procent kan vertrouwen.” Dat merkt Nele ook op managementvlak. “Waar departementen en medewerkers in Europa veel autonomie krijgen, zal de finance afdeling in India bijvoorbeeld veel verder gaan om de verschillende domeinen te controleren en alles in vraag stellen.”
Toch blijft het geloof in India groot. “De infrastructuur maakt enorme sprongen, de middenklasse groeit en de overheid wil zich profileren als betrouwbare handelspartner voor Europa”, besluit Nele.
India, als grootste democratie ter wereld, wil zich zo als een betrouwbare handelspartner opstellen voor Europa. “Het cultuurverschil blijft, maar op alle andere vlakken zie je dat India samenwerking wil faciliteren. Wij geloven in het potentieel – én in de mensen”, aldus Nele.
Vandaag is de EU India’s tweede grootste handelspartner, waarbij de handel met India in het laatste decennium met bijna negentig procent is gestegen. Bovendien is de EU met 140,1 miljard euro aan foreign direct investment in 2023 één van de belangrijkste buitenlandse investeerders in India.
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de finance wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.