Privacyverklaring

Herstructureringen met collectief ontslag duurder

17 mei 2023
Tekst
Jo Cobbaut

Door een wetswijziging zijn herstructureringen met collectief ontslag sinds 1 januari 2023 gemiddeld vijf procent duurder. Er zijn zelfs uitschieters tot meer dan twintig procent.

Deze extra ontslagkost staat los van de gestegen kost door indexatie en baremieke verhogingen. Ze is het gevolg van een recente wetswijziging die een terugbetaling van de meerkost door de RVA afschaft.

SD Worx berekende de impact aan de hand van een reële steekproef van ontslagen medewerkers via collectief ontslag. Het kantoor bekeek de periode van 2021-2022.

Generatiepact

Het Generatiepact voorzag in 2005 dat bedrijven die een collectief ontslag doorvoeren, een zogenaamde 'tewerkstellingscel' moeten oprichten. Werknemers worden sterk aangemoedigd om zich bij die cel te registreren. Ze ontvangen dan een 'inschakelingsvergoeding' van:

  • drie maanden loon, indien de werknemer < 45 jaar is bij aankondiging van het collectief ontslag
  • zes maanden loon, vanaf 45 jaar.

Die inschakelingsvergoeding wordt verrekend met de normale opzegvergoeding, ze mag ervan worden afgetrokken. Maar het is ook mogelijk dat die inschakelingsvergoeding groter is dan de gewone opzegvergoeding. Dat zou een meerkost voor de werkgevers betekenen. Het ontslag in kader van een collectief ontslag zou dan duurder zijn dan een gewoon ontslag.

Om dat te vermijden, voorzag het Generatiepact dat de werkgever die meerkost kan terugvorderen van de RVA – en dit onbeperkt. In het jargon noemt met dit 'luik B' van de inschakelingsvergoeding genoemd: dat stukje inschakelingsvergoeding dat boven de normale opzegvergoeding ligt.

Tussenkomst van de RVA afgeschaft 

Deze tussenkomst is sinds 1 januari afgeschaft. De werkgever kan de meerkost van die inschakelingsvergoeding niet langer bij de RVA terugvragen indien het collectief ontslag na 1 januari 2023 is aangekondigd. Dit betekent concreet dat werknemers nog altijd die drie of zes maanden loon ontvangen. En dat ook al is hun eigenlijke opzegtermijn korter. Maar voortaan is die bijkomende kost ten laste van de onderneming.

Berekende impact op basis van reële steekproef van 2.582 werknemers  

De consultants van SD Worx begeleidden in 2022 21 van de 61 aangekondigde collectieve ontslagen. Zij namen een representatieve steekproef bestaande uit 2.582 werknemers over de periode 2021-2022 en berekenden wat de totale wettelijke ontslagkost was en wat de ontslagkost zou zijn geweest naar aanleiding van deze nieuwe wetgeving:

  • De totale meerkost bedraagt 5,12%
  • De gemiddelde meerkost bedraagt 5,08%
  • De mediaan meerkost is 2,34 %
  • Impact varieert van 0 % tot 21%: er zijn bedrijven voor wie de herstructurering 21% duurder zou zijn.

Jan Vanthournout, expert sociaal overleg van SD Worx, wijst erop dat de duurtijd en leeftijd van de betrokken werknemers een belangrijke rol spelen, waardoor er zeer grote individuele verschillen zijn.

Voor sommige bedrijven zou de meerkost, indien ze vandaag zouden herstructureren, oplopen tot bijna 21 %.

Voor ongeveer een op de vier bedrijven zou er géén impact zijn, omdat de opzegtermijnen van de betrokken werknemers sowieso al langer zijn dan de drie of zes maanden inschakelingsvergoeding.

Collectief ontslag

De inschakelingsvergoeding geldt alleen maar indien er sprake is van een zogenaamd 'collectief ontslag'. Dit betekent dat een zeker aantal werknemers ontslagen wordt in een periode van zestig dagen. Bij eenzelfde aantal ontslagen, maar over een langere periode, is er geen collectief ontslag.

Impact op sociale plannen

Indien de wettelijke ontslagkost stijgt, kan dit een impact hebben op de ruimte die er nog overblijft voor extralegale toezeggingen (een zogenaamd 'sociaal plan'). Budgetten die al door de wet vastgelegd zijn, zijn niet meer beschikbaar voor extralegale begeleidingsmaatregelen.

Jan Vanthournout verduidelijkt: "De wettelijke ontslagkost komt door de wetswijziging hoger te liggen, wat een impact kan hebben op de onderhandelingsruimte die er nog is voor het uitwerken van een zogenaamd sociaal plan. Bij iets meer dan 10% van de collectieve ontslagen beperkt het sociaal plan zich trouwens tot toepassing van het wettelijke, zonder extralegale toezeggingen."

Appelen met citroenen vergelijken 

Soms wil men sociale plannen met elkaar vergelijken, of benchmarks maken, door het extralegale sociaal plan uit te drukken als een percentage van de wettelijke ontslagkost.  Maar het is volgens de experts van SD Worx geen verstandige praktijk om de ruimte voor een extralegaal sociaal plan te bepalen aan de hand van de kostprijs van de wettelijke vergoedingen.

De kostprijs van die wettelijke vergoedingen evolueert en is sterk afhankelijk van de individuele situatie van het bedrijf. Sociale plannen vergelijken, is vaak appelen met citroenen vergelijken.

Bovendien creëert die praktijk een  versterkend effect: als het extralegale budget uitgedrukt wordt als een percentage van de wettelijke kosten, krijgen bedrijven die al een hoge wettelijke ontslagkost hebben, ook nog eens een hogere benchmark voorgespiegeld.

"Sociale plannen met elkaar vergelijken, is vaak appelen met citroenen vergelijken. Al te vaak brengt men extralegale toezeggingen in kaart, zonder rekening te houden met de wettelijke ontslagvergoedingen die van toepassing waren”, besluit Jan Vanthournout.