Privacyverklaring

Economische bedrijvigheid valt snel terug volgens NBB

9 december 2021
Tekst
Peter Ooms

De Nationale Bank van België (NBB) verwacht dat de economische activiteit scherp zal vertragen van 2 % groei in het derde kwartaal tot slechts 0,2 % in het vierde.

De Belgische economische bedrijvigheid was bezig aan een gezwind herstel volgens de NBB. Tegen het einde van het derde kwartaal lag de activiteit boven het peil van vóór de pandemie. Verschillende factoren wegen nu echter op de groei. Het gaat dan om aanzienlijke verstoringen van de leveringsketen en de sterke energieprijsstijging. Die drukte vorig kwartaal al de activiteit. Daar komt de zeer recente heropflakkering van de COVID-19 pandemie bij. De NBB verwacht dat de economische activiteit scherp zal vertragen van 2 % groei in het derde kwartaal tot slechts 0,2 % in het vierde.

Derde kwartaal beter dan gedacht

Volgens de herziene statistieken groeide het reële bbp met 2,0 % in het derde kwartaal. Dit is zelfs beter dan de raming in de vorige Business Cycle Monitor (1,8 %). Die stemde overigens perfect overeen met de eerdere flash-raming van het Instituut voor de Nationale Rekeningen. “Grotendeels in lijn met onze verwachtingen werd de groei geschraagd door een opleving van de binnenlandse vraag. Het gaat dan met name over de particuliere consumptie, terwijl de netto-uitvoer de groei afremde. De bedrijfsinvesteringen namen echter onverwacht voor het eerst sinds de lente van 2020 af,” schrijft de NBB.

Na bijzonder sterk te zijn opgeveerd in het derde kwartaal, zou de gezinsconsumptie in het vierde kwartaal scherp vertragen onder invloed van het verzwakkend consumentenvertrouwen, de sterke energieprijsstijgingen en de verslechterende gezondheidssituatie.

Ondernemersvertrouwen over zijn hoogtepunt heen

Ook de algemene indicator van het ondernemersvertrouwen is over zijn hoogtepunt heen, maar deze stabiliseerde de afgelopen maanden op een vrij hoog peil. Niettemin drukten de toegenomen inputprijzen en de knelpunten in de aanvoerketens in het derde kwartaal in zekere mate de bedrijfsinvesteringen. Die afname zou zich in het vierde kwartaal kunnen verderzetten. De investeringen in woningen, daarentegen, zouden verder stijgen, maar aan een gematigder tempo dan de afgelopen kwartalen het geval was.

De overheidsconsumptie zou opnieuw gematigd toenemen. Het verloop van de overheidsinvesteringen is volatieler, onder meer door het leveringsschema van militaire vliegtuigen (waarvan de aankoop het bbp overigens niet of nauwelijks beïnvloedt, aangezien het om invoer gaat) waardoor ook de groei van de overheidsinvesteringen in het laatste kwartaal van 2021 negatief zou kunnen uitvallen. Ondanks het feit dat de uitvoer wat zou kunnen herstellen van de terugval in het derde kwartaal, zou de bijdrage van de netto-uitvoer tot de bbp-groei in het vierde kwartaal naar verwachting opnieuw licht negatief uitvallen.