Privacyverklaring

Once a crook, always a crook?

12 december 2023
Tekst
Tom Vantyghem

Aanbieders in het domein van het kredietwaardigheidsonderzoek laten verstaan dat het zeer belangrijk is om de personen achter de vennootschappen te kennen. Het gaat dan onder meer over zaakvoerders, bestuurders, eigenaars. Ook loont het om te weten welke banden deze personen hebben met andere bedrijven. Ze brengen het netwerk van bedrijfsleiders en bedrijven in kaart, het zogeheten ‘spinnenweb’. Daardoor kom je niet alleen commerciële opportuniteiten op het spoor, maar traceer je ook kredietrisico’s en soms zelfs frauduleuze bedoelingen. Dat eerste is vooral belangrijk voor de marketeers. Hebben kredietprofessionals op hun beurt oor voor het tweede?

Als je deze aanpak onder de loep neemt of de commerciële voorstelling ervan aanhoort, lijken nogal wat personen een historiek van mislukte zakenavonturen achter zich te slepen. Daar zou dan een grote voorspellende waarde aan vasthangen. Daarnaast horen we ook te weten of er in zo’n spinnenweb ergens een minder betrouwbare partij aanwezig is. De markt is schijnbaar behept met veelplegers, die ook wel eens ondoorzichtige of malafide groepsstructuren durven opzetten. Of is dit een overdrijving?

Er zijn wel degelijk voorbeelden bekend en veel kredietprofessionals zullen het al meegemaakt hebben. Een nieuw bedrijf wil klant worden. Er volgt een onderzoek van de cijfers. Mogelijk merk je daar al iets verdachts op. Bij verder nazicht van de personen achter het bedrijf, bots je op een reeks onfrisse situaties, gaande van ongezonde of holle vennootschappen, tot faillissementen in binnen- en buitenland, recent of in het niet te verre verleden. Er is zeker ook een correlatie te vinden tussen een persoon en zijn betrokkenheid bij een reeks faillissementen. Het is dan ook belangrijk om hiervoor beducht te zijn.

Komt dit vaak voor? En hoe staat dit in verhouding tot de vele miljoenen vennootschappen die geregistreerd en operationeel zijn? Bevat de schadestatistiek van kredietprofessionals veel van dergelijke uitval? En loont het dus de moeite om telkens zo’n spinnenwebonderzoek te doen?

Het ziet er eerder naar uit dat de bovengenoemde praktijken maar sporadisch voorkomen. De kennis is natuurlijk nuttig, maar welke kostprijs mag daar tegenover staan? En is die kennis nodig om eender welke klant te bevragen? De aangeboden informatie heeft zeker zijn nut als je die selectief kan verkrijgen, bijvoorbeeld als je argwaan koestert over een bepaald bedrijf of persoon. Bij een grondig eigen risico-onderzoek maak je trouwens al veel kans dat zo’n zaken naar boven komen.

En ook: zijn de bedoelingen altijd zo kwaadaardig? Hoe zit het met ‘de tweede kans’ die iedereen verdient? Als iemand een tijd terug een faillissement heeft meegemaakt (of veroorzaakt), weiger je dan enkel daarom krediet aan een bedrijf dat wordt geleid door deze persoon? Is het niet rationeler om alle elementen onder de loep te nemen?

Bij dit alles is er een element dat veel belangrijker is en ook vaak voorkomt. Het is immers mogelijk om in de jaarrekeningen de financiële banden te volgen tussen bedrijven onderling, meestal uit eenzelfde ondernemingsgroep. Daaruit blijkt soms dat een gezond ogend bedrijf toch op wankele benen staat wegens moeilijk inbare, maar substantiële vorderingen op zuster- of dochterbedrijven die zelf op instorten staan.

Het spinnenwebonderzoek geldt algemeen als een detail in het hele kredietwaardigheidsonderzoek. Maar een detail maakt heel soms wel degelijk het verschil. Kredietprofessionals weten dat.