Privacyverklaring

Fiscale geschillen kunnen beter

31 juli 2024
Tekst
Peter Ooms
Beeld
Jan Tuerlinckx

Jan Tuerlinckx, partner bij Tuerlinckx Tax Lawyers, schreef een kritische reflectie over de fiscale procedure die vijfentwintig jaar geleden is ingevoerd. Voor hem is het duidelijk dat de beoogde verbetering in de fiscale rechtspraak van toen niet is waargemaakt.

“De digitalisering, de verhouding tussen de belastingplichtige en de administratie, het toenemend formalisme en de nimmer aflatende complexiteit maken dat de fiscale geschillenbeslechting aan een fundamentele herziening toe is.” Dit schrijft Jan Tuerlinckx al meteen in de inleiding van zijn white paper ‘Hoe een gemoderniseerde geschillenfase bijdraagt tot taxificatie’. Die laatste term slaat op het herstel van het vertrouwen tussen de belastingplichtige en de fiscale administratie.

Meer deskundigen

Wat zijn de belangrijkste veranderingen die hij voorstelt? Jan Tuerlinckx en zijn collega’s Bas Minten en Evemie Vits denken dat het belangrijk is om meer deskundigen toe te laten in de fiscale procedure. Die zijn in staat om de dossiers voor te bereiden en de discussie op scherp te stellen. Zo is het mogelijk om sneller een oplossing te vinden.

De auteurs pleiten er ook voor om de rol van de erkende fiscaal bemiddelaar te versterken en uit te bouwen. “In België is er maar één erkende fiscaal bemiddelaar en dat is professor Michel Maus, maar ook hij oefent die functie niet uit. De belangrijkste reden daarvoor is dat de fiscale administratie afwijzend staat ten opzichte van de bijkomende kosten die dat met zich meebrengt. De fiscus schakelt liever zijn eigen ambtenaren in bij rechtszaken, zonder kosten voor een neutrale bemiddelaar te maken.”

Rechtszaken versnellen

Daarnaast zijn de auteurs voorstanders van kortere en efficiëntere procedures. Rechtszaken versnellen is mogelijk door meer tussentijdse beslissingen (pretaxatiegeschillen) mogelijk te maken over specifieke onderdelen van de procedure. “Nu moeten de partijen in het geding wachten tot het eind om zeker te weten of bijvoorbeeld een specifieke onderzoeksdaad al dan niet rechtsgeldig gebeurde. In principiële kwesties moet de rechter ook een vraag kunnen stellen aan het Hof van Cassatie. In andere zaken is iets dergelijks wel mogelijk bij het Hof van Justitie van de Europese Unie of het Grondwettelijk Hof. Laat het dan ook toe in fiscale zaken”, zegt Jan Tuerlinckx.

De voorstellen komen er omdat de toestand heel erg is en nog verder verslechtert. “Voor het Hof van Beroep van Brussel kan het twaalf jaar duren voor er een beslissing valt in een geschil. Voor belastingplichtigen is dat vaak een onoverkomelijke hindernis. Ze sluiten liever een dading met de fiscus om een lange en dure rechtszaak te vermijden, ook al zijn ze overtuigd van hun gelijk”, zegt Jan Tuerlinckx.

Niet mee met de digitalisering

Hij stelt ook vast dat de rechtbank steeds meer belastingplichtigen in het ongelijk stelt. “De druk op de rechtbanken is zo groot dat ze steeds meer in het voordeel van de fiscus beslissen. Die druk komt er door de toegenomen complexiteit en techniciteit van de dossiers. Dat gebeurt ook in een omgeving die niet mee is met de digitalisering van de rest van de maatschappij en de ondernemingswereld. Als advocatenkantoor moeten we zelf oplossingen bedenken om een dossier van zestig gigabyte te kunnen opladen bij de griffie. Al die elementen maken de afstand tussen burger en belastingadministratie alleen maar groter”, besluit Jan Tuerlinckx.