Privacyverklaring

Monetair beleid: boemerang voor de centrale banken

21 mei 2024
Tekst
Rudy Aernouddt
Beeld
Rudy Aernoudt by Wouter Van Vaerenbergh

De politiek van geldexpansie en hoge intresten dreigt als boemerang terug te keren voor Europese centrale banken. Daardoor worden die zwaar verlieslatend. Hoe zit de vork in de steel?

Om de economie te ondersteunen na de financiële crisis en na de COVID-19 crisis, besloten de centrale banken om miljarden in de economie te pompen. Het doel? De economie opkrikken en zo een verdere recessie vermijden. De laatste 15 jaar pompte de Europese Centrale Bank zes biljoen euro in de Europese economie. Het balanstotaal klom op tot 65 procent van het bruto binnenlands product (BBP) van Europa. De Federal Reserve pompte zes biljoen dollar in de economie maar dat vertegenwoordigde ‘slechts’ 40 procent van het Amerikaanse BBP. Het balanstotaal van de Bank of Japan klom zelfs tot 135 procent van hun BBP. Gigantische bedragen.

Deze politiek van quantitative easing werd inderdaad zowat over de gehele wereld toegepast. Gevolg is dat de centrale banken nu met opgeblazen balansen zitten, volgepropt met obligaties die ze opkochten bij de commerciële banken aan een zeer lage rente en met nog een lange looptijd.

Probleem: Tot de uitbarsting van de crisis in Oekraïne, leidden de gigantische geldinjecties niet tot meer consumptie en investeringen. De commerciële banken verkochten dus hun obligaties aan de centrale banken en kregen in ruil geld. Niet-geld, namelijk obligaties, werd dus liquide en zo ontstond vers geld. Maar aangezien dit de investeringsvraag en consumptievraag niet aanwakkerde, parkeerden de commerciële banken hun geld bij – jawel - de centrale banken. Om hen te ontmoedigen rekenden de centrale banken zelfs een penaliteitsrente aan. Dat vertaalde zich ook in een nul-rente naar de particuliere klanten of zelfs een negatieve creditrente voor bedrijven.

De renteboemerang

Door de aanval van Rusland in Oekraïne kregen we in Europa plots een energiegedreven inflatie, gevolgd door een grondstoffen- en voedingsinflatie. De centrale banken, wiens hoofdopdracht de beperking is van de inflatie tot twee procent, panikeerden. Ze joegen de beleidsrente op één jaar tijd in een recordtempo van nul naar 4,5 procent.

Dat had niet alleen een impact op de kredieten. Ook de banken die hun geld parkeren bij de centrale bank hadden nu recht op een creditrente. De centrale banken die het laagrente waardepapier opgekocht hadden bij de commerciële banken, moeten hen nu vergoeden met hoge intresten. Deze mismatch in maturiteit leidt tot een structureel gigantisch verlies bij vele centrale banken. De kritische lezer kan stellen dat ze dat papier maar moeten verkopen op de financiële markt. Maar dat kan niet vanuit het oogpunt van monetair beleid.

Enkel in België problematisch

Voor de meeste landen is dat geen probleem want het gaat hier over publieke instellingen. En dus draaien de overheden op voor het verlies. In Europa zijn er slechts twee centrale banken beursgenoteerd: de Griekse en de Belgische. De Griekse centrale bank was in 2023 nog winstgevend. Een winst van 176 miljoen, weliswaar lager dan in 2022, toen bedroeg de winst 535 miljoen, maar toch positief. Het aandeel is vrij stabiel.

Onze centrale bank, de Nationale Bank van België (NBB), ontving in 2023 vier miljard aan intrest en betaalde acht miljard. Een renteverlies van vier miljard. Dit komt neer op een monsterrenteverlies van 10 miljoen euro per dag! Dit bedrag is te vergelijken met het kapitaal van de NBB dat – jawel - 10 miljoen bedraagt. De verliezen putten de gehele reserves uit. Bovendien, als gevolg van het speciaal statuut van de NBB, moet zij minimale dividenden blijven uitkeren aan haar aandeelhouders. Het aandeel daalde van 2500 naar minder dan 500 euro.

Ook Italië is een aparte situatie omdat de centrale bank in handen is van 172 commerciële banken. De winsten van die commerciële banken compenseren het verlies door het renteverloop voor de Bank van Italië.

Uitdagingen voor de centrale banken

Het is niet logisch dat een nationale centrale bank die het monetair beleid van de Europese Centrale Bank uitvoert, beursgenoteerd is. En dus, althans gedeeltelijk, in handen is van private aandeelhouders. De twee Europese nationale centrale banken die beursgenoteerd zijn, de Belgische en de Griekse, zouden daarom beter van de beurs worden gehaald.

De lange maturiteit van het waardepapier houdt overigens in dat de centrale banken ook de komende jaren nog tegen gigantische verliezen zullen aankijken. De NBB schat haar verlies de komende jaren op 10,8 miljard. Naast het probleem van de intrestmismatch, blijven de balansen van de centrale banken gezwollen. Als we in Europa terug moeten naar het niveau voor de financiële crisis, moet er nog vijf biljoen euro geld vernietigd worden. Dat kan natuurlijk niet op korte termijn zonder de economie te fnuiken. De afbouw zal dus heel geleidelijk moeten gebeuren.

Tezelfdertijd is de inflatoire druk nog niet geheel geweken. Daardoor voeren de centrale banken de eerder aangekondigde renteverlagingen nog niet door. De Bank of England en de Federal Reserve besloten al de renteverlaging over de vakantie heen te tillen. Europa beslist in juni. De kans is groot dat ook daar weinig beweging in de rente zit, hoewel de Europese economie het broodnodig heeft en minder sterk groeit dan de Amerikaanse. Daardoor zal het probleem van de centrale banken aanslepen en zullen de verliezen zich verder opstapelen.

Gastauteur: Professor Corporate Finance Rudy Aernoudt, UGent.