ERP, datagovernance, rapportering, low code, artificiële intelligentie … het komt allemaal aan bod in het rondetafelgesprek met financieel verantwoordelijken van Luminus, Facilicom en Carrefour. Ook experten op het vlak van financiële technologie geven hun visie.
Thierry Michiels: “Bij Carrefour hebben we jarenlang gestreefd naar één ERP, namelijk SAP voor al onze afdelingen. De komst van S4Hana heeft de ogen geopend omdat dit opnieuw een grote investering vereiste. Nu hebben we een gevarieerder landschap van toepassingen, die weliswaar naadloos moeten samenwerken. De gebruikers in het bedrijf zien één frontend waar ze alles vinden. Ik stel vast dat een aanpak met verschillende toepassingen veel meer dynamiek brengt. Daarmee overtuigen we ook de sceptici die blijven zweren bij één pakket. Opgelet: er moet wel een onderliggende en uniforme ERP aanwezig zijn. Die vullen we aan met gespecialiseerde toepassingen en eigen ontwikkelingen op basis van low code.”
Kenny Willems: “De openheid die Carrefour nu toont, vind ik positief, want de punctuele oplossingen die nu in de markt verschijnen, zijn vaak heel nuttig, bijvoorbeeld op het vlak van kredietmanagement. Zolang het aantal interacties met andere software beperkt blijft, kan je wel degelijk gespecialiseerde pakketten inschakelen. Ideaal blijft die toepassing binnen één afdeling of departement. Dat kan heel goed werken, op voorwaarde dat het ook overzichtelijk blijft.
Voor een start-upsoftwarebedrijf is het wel een grote hindernis. De functionaliteit die het aanbiedt, is vaak aantrekkelijk voor de grote ondernemingen, maar die eisen wel dat het pakket integreert met de andere systemen die al aanwezig zijn. Zonder die interface is het niet makkelijk om binnen te geraken.”
Fabrizio Santoro: “Facilicom maakt een gelijkaardige beweging als Carrefour. Eerst was ook de logica om alles in SAP te doen, vooral gericht op één rapportering. Toen we begonnen, stelden we vast dat de interne verschillen te groot waren, bijvoorbeeld tussen schoonmaak en catering. Ze zijn moeilijk in één systeem te vatten. De oplossing voor al die activiteiten en entiteiten binnen de groep zit in eerste instantie in de krachtige rapporteringstools. Op die manier kunnen we van de afdeling tot de raad van bestuur op een gelijkaardige manier de cijfers presenteren, zonder dat iemand hoeft te weten uit welk systeem die komen.”
Hakim Souai: “Ook Luminus is een grote gebruiker van SAP, maar we gebruiken daarnaast steeds meer rapporteringstools zoals PowerBI of Qlik. Ook verschijnen nu onze eerste toepassingen van low code. In een dergelijke context is het belangrijk om het geheel te blijven overschouwen en aandacht te hebben voor de architectuur en datagovernance. Dat vraagt heel wat inzicht in de data achter de cijfers die we presenteren. Het gaat om de brug tussen IT en finance. We moeten tot een huwelijk komen van wat de operationele afdeling wil hebben en wat IT kan maken.”
Toon Vanagt: “De slinger gaat duidelijk weg van de monoliet met één systeem en beweegt meer in de richting van een veelvoud aan pakketten. Al die systemen zijn met elkaar verbonden door interfaces. Om dan tot een goed beheer te komen, is datagovernance nodig: wat komt van waar en wordt gedeeld met wie? Met welk doel? Voor hoelang?
Onze Belgische unicorn Collibra heeft daarvoor een oplossing uitgewerkt. Ook andere jonge techbedrijven weten intussen dat ze hiermee rekening moeten houden en hun toepassingen beschikbaar maken als een webservice met een eenvoudige en standaardinterface. Als je als bedrijf dan die toepassing of datastroom met wat low code integreert, kan je heel snel een oplossing maken om een tijdelijke nood te lenigen of een nieuw proces te testen. Blijvend aanpassen is nodig, want de noden evolueren nu eenmaal. Toch is dat beter dan grote projecten met veel consultants die veel tijd nemen. Aan het einde van de rit blijken die oplossingen vaak niet te werken zoals gedacht. Low code maakt het mogelijk om dit veel sneller en in korte cycli te realiseren om het na validatie op een robuuste manier te integreren.”
Thierry Michiels: “Het klopt wel dat de consultants soms niet de juiste vragen stellen, maar die situatie is nog erger wanneer de afdeling zelf niet meer exact weet hoe haar processen precies in elkaar zitten. De invoering van RPA heeft dat aangetoond. Op dat moment kan je niet anders dan een workflow volledig te beschrijven. Dan komt vaak naar boven dat de afdeling deels anders werkt dan gedacht.”
Toon Vanagt: “Die documentatie is wel cruciaal. Dat is ook een gevaar van low code-projecten die snel opgezet worden, maar nooit goed werden gedocumenteerd op het vlak van interfaces, schaalbaarheid of veiligheid. Zo zijn die toepassingen niet of moeilijk over te zetten naar een andere omgeving.”
Fabrizio Santoro: “De trend naar betere veiligheid is er ook bij ons. Eerst gebeurde dat onder invloed van grote klanten, maar nu doen we de analyse ook voor de hele organisatie. Daarbij stellen we vast dat we toch een aantal lekken hebben moeten dichten, vaak in overgenomen bedrijfjes die ook verbonden zijn met ons centraal systeem.”
Hakim Souai: “Low code is een pragmatische, snelle oplossing als een add-on op het grote systeem. Het is nooit een structurele oplossing, maar je moet er wel dezelfde datagovernance op gebruiken. Je moet weten welke data de nieuwe toepassing gebruikt en welke ze toevoegt. En welke andere systemen of afdelingen gebruikmaken van die nieuwe gegevens.”
Hakim Souai: “Bij ons is dat finance. Het team doet dit altijd zelf, natuurlijk met ondersteuning van IT. De tools zijn nu heel erg goed, zodat we heel snel kunnen werken. Met PowerAutomate bijvoorbeeld is dat echt plug-and-play.”
Thierry Michiels: “Bij Carrefour ligt die opdracht bij IT. In mijn huidige verantwoordelijkheid werk ik aan transversale processen die doorheen meerdere afdelingen van de organisatie lopen. Dan zie je dat er heel wat kan mislopen in de communicatie tussen de afdelingen, met soms inzichtelijke hiaten als gevolg. Bij Carrefour wilden we graag de volledige impact van een promotie kennen. Daar hebben we een low code-toepassing voor ontwikkeld die alle betrokken informatie over promoties van iedere afdeling samenbrengt. Daarmee tonen we snel aan wat de meerwaarde is van een dergelijk rapport. Ik verkies dat IT dit ontwikkelt, omdat die personen binnen een bestaande structuur werken en de knowhow hebben, en dus meteen ook alle voorzieningen treffen op het vlak van documentatie, veiligheid, enzovoort.”
Kenny Willems: “Hoe zit het dan met de aard van die gegevens? Zijn daar ook klantengegevens bij? Dat kan problemen geven op het vlak van privacy.”
Thierry Michiels: “In dit dashboard is individuele klanteninformatie niet opgenomen. Een franchisepartner heeft wel altijd zicht op het koopgedrag van zijn klanten via het gebruik van de klantenkaarten, maar geanonimiseerd.”
Toon Vanagt: “De identificatie van de gebruikers en de link met bankrekeningen is nog zo’n gevoelig punt in het vrijmaken van de bankdiensten. Itsme is een mooie oplossing, maar alle spelers beginnen nu al de volgende stap voor te bereiden. Vaak moet je als consument of bedrijf facturen ophalen op de platformen van de leverancier, zoals Proximus, Engie, enzovoort. Dat zou anders kunnen wanneer je als individu of bedrijf kan vragen al die documenten in je digitale portefeuille te stoppen en het digitaal verwerkbare formaat van die documenten kan instellen voor automatische afhandeling.”
Fabrizio Santoro: “Met Facilicom gebruiken we nu Peppol om die elektronische facturen te ontvangen en onmiddellijk te matchen met het systeem. Ik stel wel vast dat we er niet meer in slagen om nog efficiënter te worden met dergelijke projecten. Het valt op dat er veel platformen of portalen bestaan en die zorgen voor de nodige complexiteit en interfaces. Dat maakt dat we intussen extra medewerkers nodig hebben om die systemen te onderhouden. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik zie hetzelfde voor SAP: je hebt meer medewerkers nodig om het systeem in stand te houden.”
Hakim Souai: “In een wereld die zich snel ontwikkelt, is AI-technologie een opmerkelijke troef. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de innovatieve kredietanalysetool van Luminus die wordt aangedreven door kunstmatige intelligentie. Deze tool had al voor de start van de pandemie zijn doeltreffendheid bewezen door waardevolle inzichten te bieden in bedrijfsdynamieken. Het is van essentieel belang om te erkennen dat de covidperiode ongekende uitdagingen met zich meebracht die afwijkingen veroorzaakten in de voorspellingen van de tool. Deze afwijkingen waren het directe gevolg van unieke omstandigheden, zoals verbeterde overheidssteun en andere externe factoren.
Een opmerkelijke manier waarop AI waarde toevoegt, is het verbeteren van klanttevredenheid. Dankzij AI begrijpen we onze klanten beter en anticiperen we op hun behoeften. Dit leidt tot meer gepersonaliseerde interacties en diensten die naadloos aansluiten op wat onze klanten verwachten. Het vermogen van AI om patronen te herkennen en gegevens te analyseren, stelt ons in staat om proactief oplossingen aan te bieden, zelfs in uitzonderlijke situaties zoals de pandemie. Door voortdurend te leren en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, stelt AI ons in staat om onze klanten een consistente en verbeterde ervaring te bieden, ongeacht de uitdagingen die zich voordoen.”
Kenny Willems: “Weten de medewerkers dan hoe het algoritme werkt en kunnen ze de resultaten bijsturen?”
Hakim Souai: “Ja, de medewerker blijft de laatste beslisser. Anderzijds maakt het algoritme ook een analyse en geeft een score aan bedrijven die klant willen worden. Vaak is die score rood of groen, dan is er geen twijfel. De medewerkers focussen dan nog op de bedrijven met een oranje score, waar meer interpretatie mogelijk is.”
Toon Vanagt: “Ik wil even terugkomen op de vaststelling van Hakim dat de voorspellingen van het algoritme niet uitkomen ten tijde van corona. Dat fenomeen heeft ook heel wat collega’s in de sector van de handelsinformatie parten gespeeld. Ze voorspelden met de regelmaat van de klok nakende faillissementsgolven die nooit zijn uitgekomen. De onderliggende oorzaak is dat hun forecasts gebaseerd waren op historische datareeksen waar die recente fenomenen gewoon niet inzitten: inflatie, pandemie, overheidsmoratoria … Het is de ene na de andere outlier en die maken hun predictive systeem – om de toekomst te voorspellen op basis van data uit het verleden – verdacht. Wat is de geloofwaardigheid nog van hun verklaringen?
Uiteindelijk moeten wij nederig zijn en beseffen dat de fout bij ons ligt. Wij hebben die elementen niet in het algoritme gestopt en dus kan het er ook geen rekening mee houden. Tegelijk beseffen we zeer goed dat er zoveel onzekerheid blijft dat dit allicht nooit volledig zal kunnen.”
Thierry Michiels: “Precies. Je kunt niet uitsluitend rekenen op artificiële intelligentie met data uit het verleden. Een voorbeeld is de oorlog in Oekraïne. Die had een effect op de aanvoer van grondstoffen naar onze leveranciers en dus op volumes, levertermijnen en prijzen. Ook: de vakantieperiodes van de Waalse en Vlaamse scholen zijn nu verschillend. Dat soort elementen zit niet meteen correct in het model en dus kan je er niet blindelings op rekenen. We werken wel met voorspellingen via algoritmes, maar we houden altijd een slag om de arm.”
Toon Vanagt: “Het zal nooit perfect zijn. In je model moet je daar rekening mee houden en kunnen bijsturen.”
Hakim Souai: “Zo doen wij dat ook. We vertrouwen het systeem in zeventig of tachtig procent van de gevallen. Maar we weten ook dat er een black swan kan verschijnen, een evenement dat je niet kunt voorspellen. We weten dat zoiets een zeer grote impact kan hebben op de maatschappij en dus ook op ons bedrijf.”
Thierry Michiels: “Wat we daarom wel doen, is via post-mortemanalyses commentaar toevoegen, om bij volgende voorspellingen de data uit het verleden uit te zuiveren. Zo leren we stap voor stap bij.”
Fabrizio Santoro: “Toch is die voorspelling in een normale situatie soms heel krachtig. Ik heb dat nog zelf gedaan voor de restaurants in vakantieparken. Daar zagen we steeds dezelfde aantallen mensen toekomen in dezelfde vakantieperiodes. Zij hadden ook nog eens specifieke gewoontes om uit eten te gaan. Daar hadden we de planning zodanig verfijnd dat we op den duur tot op het kwartier nauwkeurig wisten hoeveel personen kwamen eten, op welk tijdstip en wat ze zouden bestellen. Dat had een zeer grote impact op de planning van de medewerkers en de levering van ingrediënten.”
Hakim Souai: “Dat is ook wat wij doen: forecasten voor een normale situatie. Toch moet je altijd rekening houden met onvoorziene omstandigheden. We willen een efficiëntiewinst boeken in onze werking, maar tegelijk weten we dat je nooit kan zeggen: take it or leave it. Daarom blijven we dit ook verder ontwikkelen. In samenwerking met de Belgische universiteiten doen we nu aan patroonherkenning tussen de verschillende ratio’s die we hanteren. Daarbij is ook de schaal van de tools enorm uitgebreid. We brengen nu vierhonderd miljoen gegevens in één tabel samen. Op die manier herkennen we patronen die onmogelijk te vinden zijn voor een mens.”
Hakim Souai: “Natuurlijk. Dat doet trouwens iedereen. Ook de leveranciers van handelsinformatie houden rekening met die aanvullende balansen. Logisch: een klant die niet betaalt, dat is een zeer belangrijk signaal. Aan de andere kant is het ook essentieel om naar een andere realiteit te kijken. Veel kleine bedrijfjes betalen te laat, niet per se door financiële problemen, eerder door een administratieve achterstand.”
Fabrizio Santoro: “Dat geldt niet enkel voor administratieve achterstanden, maar ook voor de langdurige goedkeuringsflows in de publieke sector of bij grote spelers.”
Kenny Willems: “In onze discussie hebben we het nu vooral over een specifieke vorm van artificiële intelligentie, namelijk machineleren, waarbij analyses gebeuren op basis van zeer grote hoeveelheden data. De vraag is ook wat de mogelijkheden van ChatGPT en de andere taalmodellen zijn voor een financiële afdeling.”
Thierry Michiels: “Met dat onderzoek zijn we nu bezig. We zien toch een aantal risico’s. We laten daarom niet toe dat onze financiële gegevens op dergelijke systemen terechtkomen omdat die anders hun vertrouwelijkheid verliezen. Tegelijk zie ik dat marketingmensen wel krachtige boodschappen publiceren om een promotie aan te kondigen met behulp van ChatGPT. Dat laten we wel toe.”
Kenny Willems: “Ik zie het gebeuren dat je specifieke toepassingen zal krijgen voor elke sector, activiteit of zelfs regio.”
Thierry Michiels: “In de financiële afdelingen denk ik dat het zin heeft om de interne communicatie anders in te vullen in functie van de ontvanger. Wanneer een financiële medewerker iets schrijft voor een collega van dezelfde afdeling zal dat anders zijn dan voor de directeur of een franchisepartner van een winkel. Dat onderscheid kan ChatGPT wel degelijk maken.
Tegelijk denk ik dat artificiële intelligentie heel belangrijk is voor de analyse van operationele processen. We doen dat nu om de productiviteit van de kassa’s in kaart te brengen en de verschillen in efficiëntie te analyseren. Op die manier kunnen we dat verbeteren. Dat is in eerste instantie een operationele doelstelling die ook grote financiële gevolgen kan hebben. Voor mij is dat de belangrijkste strategie die we zullen hanteren.”
Hakim Souai: “Een paar jaar geleden was Amazons AWS aanzienlijk krachtiger dan Azure van Microsoft. Daarvoor hebben we gekozen. Nu is de situatie omgekeerd. Er zijn niet veel platformen die een pakket van AI-gerelateerde diensten aanbieden en ze bevinden zich min of meer op hetzelfde niveau. We zorgen er altijd voor dat we de tools selecteren die passen bij onze behoeften en die onze strategie kunnen integreren.”
Toon Vanagt: “Het is wel zo dat je moeilijk weg kunt bij een cloudaanbieder. De toepassingen zijn echt gemaakt in functie van de regels van het platform. Je kunt dus niet overstappen naar een ander platform zonder ook aanpassingen aan de toepassingen door te voeren. Het probleem is dat het nog niet goed geweten is wat die verschillen precies zijn. Net zoals je vroeger vasthing aan de ERP, hang je nu vast aan het cloudplatform. Het is mogelijk om alles op een heel open manier te ontwikkelen, zodat je wel kunt overstappen. Maar dan heb je een extra abstractielaag nodig die weer een kost met zich meebrengt.”
Kenny Willems: “Het probleem daarmee is ook dat je dan aan de kern van de architectuur raakt. Dat heeft een grote impact op de veiligheid en andere aspecten. Als je dat aanpast, moet je haast elk bedrijfsproces aanpassen, inclusief de ISO-certificatie ervan. Dat kost jaren werk.”
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de finance wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.