Het In-House Tax Forum heeft met Geert Vuylsteke een nieuwe voorzitter. Hij zal meer naar buiten treden om de standpunten van de leden te verdedigen.
De informele vereniging In-House Tax Forum (IHTF) is klaar om een volgende stap te zetten. Bij de start in 2013 verenigden een vijftiental personen zich om informatie en ervaringen uit te wisselen over btw-thema’s. Intussen telt het forum zo’n 330 individuele leden, verbonden aan meer dan 130 bedrijven. Door het samengaan met de denktank over belastinghervorming van Wim Wuyts, een aantal jaren na de start, is het onderwerp van de gesprekken nu ook een stuk breder. Zo gaat veel aandacht naar de rechtvaardigheid en efficiëntie van de belastingheffing. “We zijn intussen de grootste community van interne bedrijfsfiscalisten en dat volgens strenge criteria: geen cfo’s, geen consultants en geen advocaten”, zegt Geert Vuylsteke.
De organisaties waar deze fiscalisten aan de slag zijn, hebben altijd een Belgische vestiging, maar toch zijn ze erg verschillend. Het gaat om zeer grote internationale bedrijven, naast Belgische beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven en familiale ondernemingen die internationaal actief zijn. Dat zijn typisch de bedrijven die over één of meerdere interne fiscalisten beschikken. Tien van de Bel20-bedrijven hebben bijvoorbeeld iemand afgevaardigd. Hetzelfde geldt voor de tien grootste niet-genoteerde bedrijven en meer dan de helft van de grootste belastingbetalers die Trends recent in een artikel oplijstte. “Op basis daarvan schat ik dat onze leden goed zijn voor vijftien procent van de totale vennootschapsbelasting in België. Daarmee vertegenwoordigen we een belangrijk deel van de Belgische economie. Het is vanuit die vaststelling dat we besloten hebben om meer op het voorplan te treden”, zegt Geert Vuylsteke.
Bij het IHTF is Geert Vuylsteke nu naar voor geschoven als woordvoerder die ook gezamenlijke standpunten naar buiten zal brengen. “Dat deden we al op een discrete manier tijdens de coronacrisis. De regering was toen op zoek naar ideeën om de economie te ondersteunen. Ze riep het advies in van de klassieke economische actoren zoals het VBO, Unizo, Voka, ... Wij zijn toen ook aan tafel geschoven en hebben meegewerkt. Het initiatief kreeg niet alleen positieve reacties bij de politiek, maar ook bij de bedrijven waar onze leden actief zijn. We willen op die manier verdergaan”, zegt Geert Vuylsteke.
De stem van het IHTF wijkt af van die van de genoemde federaties en verenigingen. “Wij stellen vast dat het moeilijk is om een consensus te bereiken over concrete maatregelen. Bedrijven komen nu eenmaal uit diverse sectoren, bevinden zich in een verschillende fase van hun economische cyclus en zo meer. Zij hebben dus ook verschillende belangen. Daarom proberen wij meer te werken vanuit principes, zoals eenvoud, rechtszekerheid en praktische haalbaarheid op het vlak van implementatie.”
“We merken dat bepaalde concrete procedures en zelfs specifieke IT-implementaties beter kunnen. Door daarop te wijzen, kan de fiscus aanpassingen doorvoeren die de efficiëntie zowel bij de bedrijven als bij de overheid snel verhogen. We bekijken ook de impact van nieuwe wetgeving. Zo hadden we een heel aantal vragen bij de invoering van de minimumbelasting voor grote internationale bedrijven met een minimale geconsolideerde omzet van 750 miljoen euro. Die minimumbelasting staat ook bekend als de Oeso-Pillar 2-regelgeving. België heeft die onlangs ingevoerd. Met het forum hebben we daarover zes verschillende sessies gehouden, telkens over een ander aspect van die wetgeving. Eén daarvan hebben we zelfs samen met de FOD Financiën georganiseerd. Over die samenwerking hebben we positieve reacties gekregen van onze leden, de bedrijven én de fiscus”, zegt Geert Vuylsteke.
Tegelijk geeft het IHTF zijn mening over mogelijke pistes om de belastingen te hervormen. Daarbij gaat het forum uit van een aantal maatschappelijke principes. De belangrijkste is de doelstelling om de Belgische economie te bevorderen, net zoals de regering. “Wel merken we dat door de internationalisering van de fiscaliteit het overwicht nu ligt bij de Europese Commissie en de Oeso. Ook de Verenigde Naties beginnen zich stilaan te roeren. Dat beperkt de speelruimte van kleine landen. Dit heeft bijvoorbeeld al geleid tot het afschaffen van allerlei niches en incentives (zoals de coördinatiecentra of excess profit rulings) en het uitfaseren van de notionele intrestaftrek. België maakt voorlopig nog wel een verschil door het aanmoedigen van onderzoek en ontwikkeling, onder andere met een specifieke aanpak van de bedrijfsvoorheffing van die onderzoekers.”
“IHTF heeft er bedenkingen bij dat door de Pillar 2-invoering de Belgische aanpak voor O&O in het gedrang komt. De regering wil dat deels compenseren met een hervormde investeringsaftrek, terwijl die aftrek net minder interessant is voor de bedrijven die Pillar 2 moeten toepassen. De aanpassing aan het belastingkrediet voor O&O was veel beperkter, maar wel belangrijk. Dat die aanpassing niet is doorgevoerd, is toch een beetje een gemiste kans. Dat zal er blijkbaar niet van komen wegens de hogere kost, hoewel die zich op iets langere termijn zeker terugverdient.”
Deze problematiek staat symbool voor de complexiteit van de fiscale regels in ons land. Elke nieuwe regel heeft invloed op een andere. “De koterijen van de Belgische belastingen zijn een feit. Door de hoge belastingdruk, onder andere op arbeid, trachtten de opeenvolgende regeringen via bepaalde nichemaatregelen een beleid te voeren om een en ander af te zwakken. Denk maar aan de regelingen rond bedrijfswagens of de auteursrechten. We merken dat er nu gerommeld wordt aan die systemen, zonder het fundamentele euvel – de te hoge belasting op arbeid – op te lossen. Zo wordt het alleen nog complexer”, zegt Geert Vuylsteke.
De belastinghervorming die de huidige regering plande, komt niet van de grond. Professor Mark Delanote stelde een visienota op. “Die tekst gaat uit van een correcte visie dat de personenbelasting eenvoudiger en efficiënter moet. We moeten opletten dat een aanpassing geen onverwachte negatieve effecten heeft voor de bedrijven, wat hun concurrentiepositie aantast. De realiteit heeft geleerd dat de politiek niet klaar is voor een grote hervorming en dat het uitpikken van deelaspecten evenmin werkt, omdat het evenwicht dan zoek is. We verwachten deze legislatuur niets meer op dat vlak.”
Wat het IHTF zeker niet apprecieert, is een bepaalde toon van minister Van Peteghem in de media. De invoering van de minimumbelasting voor internationale bedrijven ging gepaard met uitspraken in de trant van ‘ze kunnen niet meer ontsnappen’. Ook bij de bekendmaking van de antifraudeplannen was de verwijzing naar internationale bedrijven nooit veraf.
“Dergelijke populistische interventies laten uitschijnen dat alle multinationals op zoek zijn naar manieren om geen belastingen te betalen. Dat vind ik onaanvaardbaar. Het staat haaks op onze houding om compliant te zijn, in regel met de geldende wetgeving dus. Je mag niet vergeten dat de laatste jaren al heel wat regels en wetten zijn ingevoerd die de fiscaliteit alleen maar complexer hebben gemaakt. Die maatregelen houden bovendien extra rapporteringsverplichtingen in en verhogen de transparantie. De ingrepen hebben vaak een wereldwijde dekking en zijn ook ongezien snel ingevoerd. De impact daarvan op de bedrijven mag je niet onderschatten. Dan nog wil de overheid zichzelf meer rechten geven om intensievere controles uit te voeren over nog langere periodes. Het derde luik van het antifraudeplan gaat nog verder, terwijl net de vereenvoudiging van de fiscaliteit een topprioriteit zou moeten zijn.”
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de finance wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.
