In hoofdzaak bepaalt de Bazel-regulering hoeveel eigen vermogen een bank moet hebben ten opzichte van de uitstaande kredieten. Op het eerste gezicht is dat een louter technische aangelegenheid, maar neen hoor: de kapitaalvereisten dreigen in het intercontinentale politieke spel verzeild te raken.
Het Bazel-comité, dat deel uitmaakt van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB), dicteert de kapitaalvereisten. Door de economische crisis van 2008 gingen de nieuwe Bazel-akkoorden zwaardere verplichtingen opleggen aan de banken. Ze voorzien onder meer in een hogere verhouding van het eigen vermogen ten opzichte van het balansvolume. De kredietverlening wordt dus aan banden gelegd. Daardoor wordt de kostprijs van het kapitaal, bij gelijke intrest, hoger. Dat leidt tot hogere aangerekende intresten voor de kredietnemers.
De Bazel-akkoorden zijn echter niet juridisch bindend. De omzetting in ‘nationale’ wetgeving verschilt van continent tot continent. Bijgevolg worden banken op een verschillende manier behandeld, wat hen een competitief voor- of nadeel oplevert. Laat ons even kijken naar de belangrijkste continenten.
In Europa wordt de Bazel-regulering, sinds 2013, vertaald in Europese wetten (Capital Requirement Regulations of CRR’s) die direct toepasbaar zijn in alle lidstaten. De vertaling van Bazel IV is vanaf 1 januari 2025 van kracht. De overgangsperiode bedraagt acht jaar.
De Europese Bankenautoriteit schat dat het invoeren van de nieuwe criteria voor eigen vermogen de minimale kapitaalvereisten voor grote, internationaal actieve banken zal verhogen met 8,6 procent. In de naweeën van de too big to fail-kater van de vorige financiële crisis zou dat voor de grootste banken, die een systemisch risico inhouden, zelfs 12,2 procent zijn. Een hele slok op een borrel.
De omzetting van de Bazel-akkoorden in Amerika loopt niet van een leien dakje. De kapitaalvereisten voor de grootbanken liggen na zwaar lobbywerk nu op 9 procent, terwijl in een eerste versie op 18 procent was gerekend. Tot nu toe was het uitgangspunt dat de Amerikaanse banken lagere vereisten hebben dan de Europese (gemiddeld 9,9 procent voor de VS, tegenover 10,6 procent voor de EU).
Volgens een recent intern – maar uitgelekt – rapport van de Europese Centrale Bank moeten de Amerikaanse banken momenteel aan hogere vereisten voldoen dan de Europese. Bij bevestiging hiervan, mag je ervan uitgaan dat de Trump-regering dit zal willen rechtzetten of de hele Bazel-regulering zelfs op de helling zal plaatsen. Dat is het zogenaamde Bazel-endgame-scenario. Een eerste teken aan de wand is dat Trump de politieke onafhankelijkheid van de Federal Reserve in vraag stelt.
China vertegenwoordigt het grootste risico, aangezien het systemisch risico enorm is. Het is geschat op 1.200 miljard dollar. Maar China heeft groeikrampen en wil te allen prijze een groei van minstens vijf procent realiseren. Een van de middelen om dat te bereiken, is de kapitaalvereisten van de banken doen dalen zodat ze een hogere kredietcapaciteit hebben.
De reserveratio verlagen met 0,5 procentpunt leidt tot een bijkomende liquiditeitsinjectie in de financiële economie van 180 miljard dollar. In 2008 bedroeg de Chinese reserveratio 17,5 procent. Die bedraagt nu voor de meeste banken 5,5 procent en voor de vijf grote banken, met een systemisch risico, 8,5 procent (na twee dalingen in 2024). De Bank of China wijst erop dat die kapitaalvereisten nog verder kunnen dalen om de groei aan te zwengelen.
Maar ook de intrest wordt zeer laag gehouden om de economie aan te zwengelen. Daardoor komt de rendabiliteit van de banken in het gedrang, met een intrestmarge van slechts 1,4 procent. Daardoor kunnen zij geen bijkomende buffers op basis van hun winst opbouwen. De Chinese overheid overweegt om de eigen middelen van de grootbanken te verhogen door publieke middelen.
Dat er verschillende vertalingen zijn van de Bazel-regulering over minimale kapitaalvereisten betekent niet dat de banken enkel dat minimum kunnen aanhouden. Laat ons daarom even kijken naar de actuele cijfers.
De verhouding eigen vermogen, het zogenaamde tier 1-kapitaal (= eigen vermogen van goede kwaliteit) ten opzichte van de risicogewogen activa bedraagt voor de Europese banken gemiddeld 15 procent. Voor de Amerikaanse banken gaat het om 11,7 procent en voor de Chinese banken om 10,9 procent (cijfers IMF, 2023).
Interessant is dat het IMF ook een stresstest deed in een scenario met geopolitieke spanningen die zich vertalen in onder andere inflatie en een nieuwe intreststijging. In dat stressscenario worden de eigen middelen aangetast, wat zou leiden tot 12 procent voor de Europese banken, 10,1 procent voor de Amerikaanse banken en 7,1 procent voor de Chinese banken. Dat laatste komt overeen met een hefboom van 14. Daarmee zou het kapitaal onder de Cooke-ratio van 8 procent duiken. Die ratio geldt als een absoluut minimum voor de stabiliteit van het banksysteem.
Wat op het eerste gezicht een technische – en ingewikkelde – materie is, wordt hier een geopolitieke speelbal. Jongleren met minimumkapitaalvereisten kan echter een zeer gevaarlijk spel zijn omdat de banken onderling geconnecteerd zijn.
Ter herinnering: de vorige financiële crisis was eerst en vooral een Amerikaanse immobiliëncrisis. De waarde van onroerend goed daalde en Amerikaanse kredietnemers gaven hun huissleutel terug aan de bank. In Amerika is het krediet immers gebonden aan het onroerend goed en niet aan de kredietnemer. Bij waardedaling is het zinloos voor de kredietnemer om het krediet terug te betalen voor de woning waarvan de uitstaande kredieten hoger zijn dan de waarde van de woning.
Probleem was dat die uitstaande hypothecaire kredieten werden verpakt met een strik errond, in de vorm van een A-rating gezien de grote diversificatie. Zo belandden de uitstaande kredieten in de balansen van de Europese banken, met alle gekende gevolgen van dien.
Anno 2023 zijn de Chinese onroerende goederen gedaald met dertig procent. Dit koopkrachtverlies weegt op de interne vraag en fnuikt de Chinese economische groei. Het kan ook leiden tot kredieten die niet kunnen worden terugbetaald of tot wat in het jargon ‘non-performing loans (NPL’s)’ heet.
Amerika staat voor een nieuwe dereguleringsgolf en Europese banken voelen zich te streng behandeld. Jongleren met minimumkapitaalvereisten in China of een strijd voeren tussen Amerika en Europa om de laagste kapitaalvereisten, lijkt mij echter een gevaarlijk spel. Hebben we dan niets geleerd uit de financiële crisis?
Gastauteur: Rudy Aernoudt, professor corporate finance UGent.
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de finance wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.