Privacyverklaring

De rol van technische inspectie in de CSRD-audit

12 april 2024
Tekst
Peter Ooms
Beeld
Ann Peeters (foto Emy Elleboog)

Agoria, de Belgische technologiefederatie, wil vermijden dat de externe controle op de CSRD-rapporten uitsluitend door bedrijfsrevisoren mag gebeuren. Er is ook een specifieke rol weggelegd voor de bureaus gespecialiseerd in technische inspectie.

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is eind 2022 door het Europees Parlement goedgekeurd. De lidstaten moeten die nu omzetten. Het gaat om een zogenaamde delegated act. Dat wil zeggen dat de landen zeer weinig ruimte hebben om de teksten nog aan te passen.

Dat is ook niet wenselijk: het zou net de bedoeling moeten zijn dat duurzaamheidsrapportering op een uniforme manier gebeurt om een zo groot mogelijke vergelijkbaarheid te bereiken. Lidstaten kunnen evenwel nog beslissen wie bevoegd wordt voor de externe controle of de audit. Op dat punt hebben de landen dus een zekere marge voor een eigen invulling.

Rol van de TIC-sectoren

Ann Peeters, projectleider in het studiecentrum van Agoria: “Als federatie van de technische sector pleiten wij voor een zo groot mogelijke openheid. We vinden niet dat alleen de bedrijfsrevisoren de duurzaamheidsgegevens mogen auditeren. Ten eerste zijn er meerdere instanties die veel meer kennis van zaken hebben als het gaat om technische controles op niet-financiële parameters, zoals bijvoorbeeld CO2-uitstoot, waterbehandeling, afval, enzovoort. Denk daarbij aan de bureaus uit de zogenaamde TIC-sector (testing, inspection & certification), bijvoorbeeld AIB Vinçotte of SGS. Heel wat van onze leden laten door hen nu al audits uitvoeren in het kader van ISO-certificatie en dergelijke. Wij zijn dan ook van mening dat dit type organisatie ook de externe audit op de CSRD moet kunnen uitvoeren.”

Voldoende concurrentie

Dit standpunt is ingegeven door verschillende elementen. Zo moet er voldoende concurrentie kunnen spelen voor die externe audits. “Als bijvoorbeeld alleen de bedrijfsrevisoren die audits mogen uitvoeren, ontstaat er een tekort en stijgen de prijzen voor die controles. Dat is niet wenselijk voor de industriële bedrijven. Zeker voor de kleinere ondernemingen vormt de rapportering op zich een hele uitdaging, met bijkomende administratie die veel tijd zal kosten. Dan mogen de kosten niet verder uit de hand lopen. We zijn ook van mening dat niet de CSRD-rapportering op zich het einddoel is, wel het verduurzamen van de bedrijfsprocessen. De budgetten moeten dan ook in de eerste plaats naar de concrete realisaties gaan en niet naar de rapportering daarover en de audit van het rapport”, zegt Ann Peeters.

Voorzichtig optimistisch

“In onze buurlanden was er van meet af aan een bereidheid om die openheid te creëren voor de externe audit van de niet-financiële resultaten. In België is die er pas na verloop van tijd gekomen. Met Agoria hebben we daarvoor geijverd. We zijn – voorzichtig – optimistisch met de evolutie die we in de teksten zien. De regering denkt er nu aan om ook de zogenaamde TIC-bedrijven al snel toe te laten om de niet-financiële resultaten te auditeren.”

En dus niet pas na drie jaar, zoals eerder werd gezegd (ook in FDmagazine op 22 maart 2024, n.v.d.r.).

Geen ervaring met duurzaamheidsverslaggeving

Maar wat willen de bedrijven zelf? “We hebben dat intussen gevraagd aan de grote lidbedrijven die beursgenoteerd zijn. Zij zijn voorstander van één audit door hun eigen bedrijfsrevisor, ook voor de niet-financiële rapportering. Deze bedrijven hebben al een tijdje ervaring met de publicatie van een non-financial reporting directive. Zij moeten al in 2026 een eerste CSRD-rapport publiceren over de resultaten van het jaar 2025. Daarna komen de vele andere bedrijven aan de beurt. Zij hebben vaak nog geen ervaring met duurzaamheidsverslaggeving en moeten dus alle hulp kunnen inroepen die er te krijgen is. En dat aan een redelijke prijs”, besluit Ann Peeters.